Opgebiecht…

sintHij komt, hij komt, hij komt niet meer terug. De beste Sint, jouw beste vrind de Sint van ieder kind…

Het is passé. Kind drie gelooft niet meer. Met dank aan zijn slechte en doortrapte moeder. Het lag al geruime tijd in de planning hem het schokkende nieuws te vertellen. De enige ben ik niet. Elk jaar zijn er hele hordes ouders die zich mentaal moeten voorbereiden om de feestelijke Decembermaand van hun kroost in één klap te verwoesten en er niets meer dan een gewone maand van te maken door de eenvoudige doch keiharde mededeling: SINTERKLAAS BESTAAT NIET.

Ik moet zeggen, bíjna had ik het er op 5 december uit gefloept. Op vijf december nog wel… Hij kwam thuis uit school als allermooiste zwarte Piet en ging bij de tafel zitten frutten met zijn cadeautje. Het cadeautje wat door de Sint zelf (NOT, de Sinterklaas op school is net zo nep als de Sint bij de Scouting…!) aan de kinderen gegeven was. Een armetierig cadeautje trouwens. Ik mag niet zeuren maar ik heb daar nog nooit een cadeautje voorbij zien komen op 5 december wat ook nog echt leuk was. Altijd zijn het van die schijterige vouwvliegtuigjes of knutselwerkjes waarbij de verf reeds ingedroogd is. Maar goed, ik dwaal af.

Hij kaartte namelijk aan dat het maar raar was. De verschillen in cadeau’s. Hij begrijpt er niets van dat het ene kind nog net geen Playstation in de schoen krijgt en het andere kind slechts een handvol pepernoten of chocolademunten. Die overigens ook nergens op smaken. Gevuld met Belgische Praliné zijn ze in elk geval niet. Er zit altijd zo’n naar plastic chocoladesmaakje aan vind ik. Anyway, ik moet nog zien waar deze blog heengaat… Stick to the point.

Het is toch altijd een dingetje. Dat opbiechten. Ik heb zo mijn best gedaan om de leugens binnen de perken te houden. Waar je de eerste jaren nog vol meegaat in de Spionpiet verhalen en het meegaan in de zak naar Spanje wanneer hij of zij stout was, stop ik nu per abuis pepernoten in de schoen én zelfs een cadeautje terwijl er niemand heeft staan zingen… Foutje. Bedankt. En daarna te lui zijn om een goede smoes te verzinnen.

Het was in mijn beleving gewoon niet aardig van mezelf om hier nog helemaal in mee te gaan terwijl ik wíst dat ik een paar weken laten zou gaan opbiechten dat het een grote facade is. Dat Sinterklaas helemaal niet (meer) bestaat en dat de Zwarte Pieten niet meer zijn dan opgeschminkte vrijwilligers die er normaal gesproken net zo uit zien als jij en ik.

Dat doe je dan ook weer niet. Ik was zelf al redelijk gauw achterdochtig en trok eens aan de baard van een Sinterklaas. Die zat toen aan twee elastiekjes vast aan zijn oren. Dat riekte natuurlijk naar onraad. Daar klopte iets niet. Toch trapte ik er telkens weer in wanneer er luid op de ramen of deuren gebonsd werd en er een zak met cadeautjes bij de achterdeur stond. Wel vroeg ik me af hoe iemand in vredesnaam iets bij de kachel kon leggen. Of in je schoen; terwijl alles midden in de nacht hermetisch afgesloten werd…

Maar uiteindelijk diende het geloof een groot doel: CADEAUTJES. Dat was natuurlijk je- van-het. Verlanglijstjes werden volgeschreven met de meest uitzinnige cadeautjes: van barbiepop tot typmachine. Niets was te gek. Tegenwoordig staan er cadeau’s van heel andere orde op het lijstje en wordt gewoon het hele Lego boekje ge-copy-paste… Want Sinterklaas is gewoon onmetelijk rijk, zo simpel is dat.

Beau vroeg het zich af. Waarom kreeg hij geen grote cadeau’s. Ja oké, één keer hadden ze een Playstation gekregen. Maar nou ja, die was weer niet alleen voor hem. Het moet gezegd, ik vond dat we vroeger tevredener waren. En wanneer je je realiseert dat we ook nog eens allemaal jarig zijn van oktober tot en met november en deze feestdagen opgevolgd worden door de komst van de Goedheiligman én de kerstboom, kun je concluderen dat wij ieder jaar rond de jaarwisseling failliet zijn. Godallemachtig wat zijn het dure maanden.loesje-r-van-roodstaan

Met een beetje geluk krijgt ook elk kind nog een groeispurt als bonus en kun je behalve alle cadeautjes ook nog eens in de buidel tasten voor nieuwe kleding en schoenen. Tenzij je de tenen eruit knipt natuurlijk. Da’s ook nog een optie.  Voetjes groeien namelijk minstens zo hard mee en wij zijn geen Chineesjes met afgebonden teentjes en een eeuwige maat 24. Op 5 december heb ik het dus NIET verteld. Maar inmiddels is het kwaad geschied en heb ik het dus WEL verteld.

Het was afgelopen vrijdag, ietsje later dan Sinterklaas, 8 december om precies te zijn. Omdat Luna naar paardrijles was en Beau en ik een heel uur samen hadden ging ik even met hem de stad in. En eerlijk gezegd was ik nog niets van plan. Maar ja, ik ben nou eenmaal ook zo’n impulsieve muts en nooit ergens goed op voorbereid. Aan de andere kant, op sommige dingen kún je je ook niet voorbereiden. Op zulk nieuws bijvoorbeeld.

Terwijl de chocoladeletters met 50% korting in de schappen van de Hema lagen, vergezelde Beau mij naar het restaurant. Hij voelde zich niet blij. ’s Middags op school was hij tegen een jongetje aan geknald en dit had verstrekkende gevolgen. Daarvan was juf zich blijkbaar niet van bewust want ik hoorde het nieuws pas toen hij om twee uur thuis kwam en het ongelukje had al om etenstijd plaatsgevonden. Met zijn ‘nieuwe’ grotemensentand had hij tegen het hoofd van een ander jongetje aangebotst. Per ongeluk. En nu deed die tand dus pijn. Mijn maag keert weer om nu ik het opschrijf. Niet in de laatste plaats omdat diezelfde tand eruit moest toen hij vijf was en we met hartkloppingen hebben gewacht of er op diezelfde plaats ooit weer een nieuwe tand zou komen; zo lang duurde het.

Maar nu die er eindelijk zit koesteren we die tand natuurlijk extra. Enfin, de tand bleek los te zitten en mijn emoties werden zo mogelijk nóg losser. Ik werd boos. Waarom hebben ze me niet gebeld? Dan had ik meteen naar de tandarts gekund! Maar er was slechts ‘een klein beetje bloed’ te zien en Beau hoefde niet te huilen. Redenen te over dus om niet te bellen. Maar goed. Daar maakte ik me nu even minder druk om en belde de tandarts. We werden er meteen tussen geprikt en het gebit werd onderzocht, bevoeld en er werden foto’s gemaakt. De tand zat inderdaad een tikje los maar goddank was er geen (zichtbare) schade op de foto te zien. Ik kreeg het advies om een volgende keer toch echt direct te bellen omdat je niet kunt inschatten wat het uiteindelijke gevolg voor een tand is. Zichtbaar of onzichtbaar. Dankje meneer de tandarts. Ik ben het er roerend mee eens…

Hij mag nu twee weken geen harde dingen afbijten en ik moet zijn tanden poetsen met een medicinale tandpasta. Of er blijvende schade is kan alleen de tijd uitwijzen. Met dit gedoe wat ’s middags gebeurd was zaten we dus aan de thee en aan een muffin. Want die was lekker zacht. Samen zaten we aan het barretje en ik nam een slok thee. Beau kauwde zijn muffin weg en had nog meer honger. Hijeiste mijn glazuurlaagje van de carrotcake op. Mooi niet dus. Dat is het lekkerste laagje van het hele  gebak(je). Want groter dan twee vierkante centimeter zijn die vier-uurtjes nou ook weer niet.

Ik bedacht me opeens dat dit wellicht ‘het’ moment kon zijn om de aap uit de mouw te laten komen. Hij kon toch geen kant op en zat opgesloten in de Hema. Hier zou hij vast niet uit zijn dak gaan of stampvoetend de trap op rennen. Bovendien had hij teveel oog voor het chocoladecakeje…

“Zeg Beau, mama moet je wat vertellen. Maar je moet me beloven dat je niet begint te schelden of gillen oké?” (insert verbaasd kinderhoofd) “Eh, oké…” “hebben ze het bij jou op school wel eens over Sinterklaas?” “Jawel. Vandaag nog. Ze zeiden dat hij niet bestond. Pfff. Nou ik vond dat zo stom! Ik zei dat hij WEL bestaat. Stomme kind” (haal diep adem) “Nou lieverd, hij bestaat dus NIET.” (insert geluid van vallend vorkje…) Beau zijn ogen popten er bijna uit. “Niet??” zijn ogen schoten vol met tranen en hij kreeg overal vlekken. Ik nam nog maar een slokje thee. “nee, inderdaad. Hij bestaat niet…”

De kinderhel brak los en hij wilde het niet geloven. “doe niet zo stom! Ik geloof je niet! Ik wil je niet geloven! Hij bestaat gewoon wel! Sinterklaas is écht!” Goooooeeedddd.. Dit ging niet helemaal zoals ik gehoopt had. Maar toch, het spits was eraf en nu moest ik wel even doorzetten. Tenslotte moest die ballon wel écht lek. Anders kon ik weer van voren af aan beginnen. “Nee Beau. Maar weet je, heel lang geleden heeft hij volgens de verhalen wél bestaan. En toen hij doodging (“Hè, wat zeg je? Dooohhooddd???”) wilden mensen het feest wel blijven vieren omdat het zo fijn was om cadeautjes te verdelen. En zo is het Sinterklaasfeest blijven bestaan en vieren we het elk jaar opnieuw. Leuk hè? (…)”

Hij vond het allesbehalve leuk en betichtte me ervan dat ik hem jarenlang had voorgelogen. Gewoon ordinair voor de gek had gehouden. De enige optie die ik nog had (tot ergernis van zijn zus) was hem te trakteren op een cadeautje van de enige echte Sinterklaas: MAMA. Ik nam hem mee naar de Intertoys en profiteerde van een korting van 15% op de Lego City. Dat boeide hem weinig maar hij werd er weer wat blijer van. Hoe slecht kun je je als ouder voelen? Zo slecht dus. En dan is het verdomde handig dat de Intertoys naast de Hema zit.

De verkoper bij de Interoys boog voorover de kassa en fluisterde Beau toe: “Nou zeg, had Sinterklaas jou nog niet genoeg cadeautjes gegeven (insert glimlach met ontbloot gebit)?” “nee” antwoordde hij en vertelde me later dat hij had willen schreeuwen dat die stomme Sinterklaas helemaal niet eens bestond! Maar ja, dat mama had gezegd dat ik het aan niemand mocht vertellen omdat kleine kindertjes er nog wél in geloven. Hij riep namelijk dat hij het aan iedereen ging vertellen. Het kindervolk hoefde niet te geloven in zoiets afschuwelijks als een landelijke leugen…

De rest van het weekend stond in het teken van deze onthulling. Om de haverklap stelde hij vragen als: “Maar het pakjeshuis dan, dat is toch echt? –Nope. Allemaal decor lieverd. “En Amerigo, die kan dus helemaal niet over het dak lopen…?- Nee. Sorry. Een dikke leugen (whahahahahaha dat verzin je toch ook niet, een paard op een scheef dak?! Sorry. Niet netjes.) “En stop jij dan volgend jaar weer pepernoten in mijn schoen?” “En waar zijn dan al die tekeningen die ik maakte? –stilte-… “En die zwarte Pieten dan… die zijn zeker wél echt?” “nee jongen, ook dat zijn verklede volwassenen die doen alsof ze Sinterklaas hun hulpje zijn. Overdag staan ze voor de klas of zitten net als mama achter een beeldscherm.”

Beau snapte er niets van. Wilde het eigenlijk ook liever niet geloven want hij had het altijd zo leuk gevonden: Sinterklaas. Wat wél fijn was, was het besef dat het dus niet aan HEM lag wanneer anderen grotere cadeaus kregen. De ongelijkheid tussen de kinderen was ineens voorbij. Er was dus niet een Sint die oordeelde wat je wel of niet kreeg, dat deden je ouders. Dat het dus een simpele geldkwestie was maakte dat stukje onbegrip in elk geval draaglijker (ja kijk dan kun je ook gewoon zeggen dat de een meer te besteden heeft dan de ander; zó geheimzinnig is dat nou ook weer niet)

Hij vond het overigens wel stom dat ík de taak op me genomen had om het het hem te vertellen en vroeg zich af of juf eigenlijk wel wist dat het één grote facade was…? Ja Beau, dat weet juf allang. In dat geval vond hij het nóg stommer en vond hij dat juf er een les aan moest wijden waarbij alle kindertjes van HAAR hoorden dat Sinterklaas niet bestond. Dat hoefde mama niet te doen. Hmm. Ik weet niet of dat wel zo’n verstandig idee zou zijn 😉

Vanochtend maakte hij een (voorlaatste)opmerking voordat hij afstak naar school. Eentje die maar weer aangeeft hoe wijs kinderen zijn en hoe dom (opstandige)volwassenen –Ik noem geen namen. “Weet je wat ik nu niet snap mama? Nou, dat hele zwarte Pieten gedoe hè, dat is dus ook hartstikke stom. Dat die mensen zwarte Piet niet leuk vinden enzo. Hij BESTAAT NIET EENS!! Zwarte Pieten bestaan niet eens! Ze maken zo’n drukte om iets wat niet eens bestaat. Hoe stom is dat?!”

Ik kon niet anders dan het met hem eens zijn en lachte om zijn wijze opmerking. Want inderdaad, wáár gaat die hele oeverloze discussie over? Over verklede mensen die om elkaar heen dansen en met strooigoed strooien en cadeautjes brengen. Maar het viel me op dat het hem dus beslist NIET ontgaan was. Hij heeft er genoeg van meegekregen terwijl hij er nooit een woord over repte. Nu wel. En meteen een rake opmerking ook. Gelukkig heeft hij de toestand zíjn feest in elk geval niet laten verpesten.

Maar de kogel is nu door de kerk en een periode is afgesloten. Vind ik het jammer? Nee. Eigenlijk niet. Op een bepaald punt worden ze te groot en is het zaak om het toch aan te kaarten om te voorkomen dat ze boos worden op andere kinderen omdat ze niet willen horen dat hij niet bestaat. Dat zou ik zonde vinden. Het was wel een prachtige tijd. Eentje die ik ze niet had willen onthouden. Compleet met zwarte Pieten en een Sinterklaas met rode mijter en gouden staf. Gewoon omdat die combinatie hoort bij een traditie die kleine kinderen en grote mensen al zo lang vieren. Gewoon omdat dat een van de dingen is die ons volkje uniek maakt.

Volgend jaar worden het dus lootjes en een surprise…? Benieuwd hoe deze nieuwe fase uit zal gaan pakken… Vrolijk kerstfeest dan maar 🙂

 

motherhood

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: