Een angsthaas. Bangeschijterd en huismus. Zo omschreef ik mezelf meestal. Tot het afgelopen weekend. Toen ik voor het eerst mijn diepste angst overwon: angst om te verdwalen…

En verdwalen is zo ongeveer mijn tweede natuur. Ik verdwaal nog in het naastgelegen dorp in een woonwijk. Of in de stad in het donker. Kom niet verder dan de route die ik zo ongeveer duizend keer gereden heb. Zodra ik de stad verder in moet, of een weg moet berijden die ik niet ken klap ik dicht. Ik zit er duizend keer liever naast dan dat ik degene ben die het stuur vasthoudt.
Niet om boodschappen te doen of naar de Ikea in Groningen te gaan. Dat durfde ik allemaal wel, maar dat was het ook wel zo’n beetje. De weg terugvinden is een ramp. Ik herken geen enkel punt wat ik onderweg ernaartoe ook tegen kwam. Ik vlieg afslagen voorbij die ik had moeten nemen en word bloednerveus als ik tussen twee vrachtwagens in blijf hangen. Kortom, geen kilometervreter.
Een jaar geleden begon het angst-onthechtings-proces. Toen ik iemand had leren kennen via Instagram (ha, daar ligt de schuldige; social media…!) en haar voor het eerst ontmoette in Zwolle. O. My. God. Zwolle! Of iedereen wel weet waar dat ligt? Niet bij mij om de hoek in elk geval. Niet in een straal van twintig kilometer. Neen mensen, het was verder. Minstens nog honderd kilometer. Of zoiets.
Want als je nooit ergens naartoe rijdt is er nóg een probleem; het inschatten van afstanden. En dat is best lastig als je moet plannen voor collega’s. Wanneer je nooit weet wat waar ligt en je moet klussen combineren dan valt het nog niet mee om een strakke doch prettige planning te maken. En zelfs wanneer ik Google raadpleeg doe ik niets anders dan te switchen tussen de tabbladen om afstanden te vergelijken. Erg onprettig maar het zij zo. Om nog maar te zwijgen van alle keren dat mensen je uitlachen. Je ouders bijvoorbeeld. Je man, je broer, ik noem er maar een paar…
Maar al dit alles heeft nu lang genoeg geduurd vond ik zo en na twee keer naar Zwolle te zijn gereden had ik mezelf al lange tijd geleden voorgenomen om iets meer van de wereld te gaan zien. Dat voornemen bleef echter lange tijd in de diepvries liggen. Want het is makkelijk te roepen dat je wat wilt ondernemen, maar wanneer je angst maar diep genoeg zit maak je de obstakels zelf steeds hoger en hoger. Dan zoek je alleen maar uitvluchten om het vooral niet te doen.
Ik beloofde mijn kinderen dus een jaar geleden dat ik een weekend met ze weg wilde. Want dat ik naar Zwolle was gereden was dè opening om vooral meer te gaan proberen. Alleen, het bleef bij de belofte en verder dan dat kwam ik dus niet. Ik bleef in het dorp met hier en daar een uitstapje als bijrijder. Lekker veilig met een hapje en een drankje in een gordel toekijken hoe de kilometers aan je neus voorbijtrekken zonder je voet op het gaspedaal te laten rusten. O ja, en af en toe een plaspauze natuurlijk…
Maar zoals het een kind die heeft geleerd zijn beloftes na te komen betaamd, werd ook ik aangesproken op mijn niet nagekomen belofte. “Je belooft om een weekend met ons weg te gaan maar je doet het gewoon niet. Je moet doen wat je zegt mama. En dat doe jij niet…” Ai. Een waar woord. Een reactie als: “Ja maar ik durf niet zo ver te rijden in de auto” had niet zoveel nut. Ten eerste; probeer maar eens een kind te overtuigen van je gelijk. Gaat niet lukken. En hoe ouder ze worden hoe moeilijker ook. Want hun brein werkt niet echt mee en inlevingsvermogen wordt op zeer late leeftijd ontwikkeld vermoed ik; anders hadden ze een stuk meer begrip voor ons als ouders.

Anyway, Beau had gelijk. Ik kwam mijn woord niet na. En dus kocht ik twee weken geleden een navigatiesysteem. Een TomTom. En om het af te maken boekte ik een hotel voor ons tweeën. Waar? In Leiden (insert smiley met optrekkende wenkbrauw). Ik voelde me onoverwinnelijk en rete trots alleen al bij de boeking. Die ik overigens niet meteen afrekende zonder recht op restitutie. Je weet per slot van rekening maar nooit of je het nog moet afzeggen …
Afgelopen week boekte ik de tickets voor Corpus want daar zouden we naartoe. Telkens wanneer ik voor mezelf luidop uitsprak: “ja echt, we gaan een weekendje naar Leiden. Eerst naar Corpus en daarna naar Madurodam” (ja lees dat nog maar een keer goed door, naar MADURODAM. In DEN HAAG (Insert emoticon met geschrokken gezichtje 😱). Telkens wanneer ik dit luidop uitsprak maakte mijn hart een sprongetje. Ik vond mezelf écht zó ongelooflijk stoer dat ik megatrots op mezelf was dat dit de plannen waren die ik helemaal alleen gemaakt had. Ik ging met mijn zoon een weekend naar Leiden. En als klap op de vuurpijl naar Den Haag voor een bezoekje aan Madurodam. Nederland in het klein.
De week dat de boekingen gemaakt waren kropen om. Echt. Tergend langzaam. Het enige wat continu door mijn hoofd speelde was: O. My. God. Ik ga het gewoon dóen. In de auto met Beau. Van Friesland naar Zuid Holland. Ik vond dat het bijna op de voorpagina van de Telegraaf of Leeuwarder Courant moest. Dit was wereldnieuws. Voor mij dan hè, de rest van mijn omgeving werd er warm noch koud van. Haalde hun schouders op alsof ik gek was. Waar maakte ik me zo druk om? Waarover? Serieus 🤦🏻♀️? Bij de meeste mensen ontwikkeld empathie zich blijkbaar nooit. Want ik stond op het punt om mezelf te overtreffen. De strijd aan te gaan met mijn grootste angst: te verdwalen. De weg nooit weer terug te vinden en zoek te raken tussen de miljoenen auto’s die in Nederland de weg beheersen. Dat dus.
Langzaamaan werd het vrijdag. Eerst moest ik nog mee op klus met mijn broer. Ik was relatief laat thuis, maakte het huis aan kant en zorgde voor het eten. De klok tikte rustig door. Tot ’s avonds. Ik besloot de tickets voor Corpus vast uit te printen en zag tot mijn schrik dat ik nooit een bevestiging had gekregen voor de rondleiding. Tussen de veel gestelde vragen op het internet kreeg ik niet het antwoord waarop ik hoopte en er was niemand meer te bereiken. Het was nét na sluitingstijd.
De paniek sloeg me om het hart. En nu? Moesten we dan nog wel weg? Wat moest ik nu doen? Ik besloot dat ik niet zo moest stressen en zocht naar een eventueel alternatief mocht het niet doorgaan. Ik bedoel, als we daar niet terecht konden gingen we gewoon wat anders bezoeken. Ik stortte me toch al in het hol van de rijdende leeuw dus waar ik uiteindelijk naartoe zou rijden maakte ook geen drol meer uit. Eng was het toch wel. We besloten naar Archeon te gaan (in Alphen aan de Rijn) als Corpus niet thuis zou geven en de ochtend erop gewoon om acht uur te vertrekken zoals de bedoeling was.
Beau was de rest van de avond werkelijk niet te houden. Zó druk als die was. Op het laatst vroeg ik me af of dit überaupt wel een strak plan was. Deze hele onderneming (ontkenningsfase vrees ik). Toch sliep ik goed. Was fijn uitgerust toen de ochtend aanbrak. De tas was gepakt, de TomTom stond ingesteld en we namen plaats in de auto. De reis kon beginnen. En hoe bestaat het, ik was de kalmte zelf.
We reden richting Leeuwarden, de afsluitdijk over en hadden in Hoorn een pitstop bij de MacDonalds alwaar Beau en ik genoten van een ontbijtje. De tweede van de ochtend 😉 Ik had koffie met cheesecake en Beau had chocolademelk met een BaconBurger met weet ik veel wat erop. Het was ontspannen en gezellig. En we hadden nog een dik uur voor de boeg. We stapten weer in de auto en het laatste stuk kon beginnen. Rond Amsterdam richting Leiden. Wat voelde ik me een trots mens. We zoefden over de snelwegen en of het een wonder was bereikten we om 11.00 Corpus toen mr. TomTom vertelde dat de ‘bestemming bereikt’ was.
We waren een uur te vroeg maar mochten een uur eerder deelnemen aan een rondleiding. Goddank want je mocht het ‘museum’ niet eerder in. Dit sloot namelijk aan op de rondleiding die aan elkaar gepraat werd door Edwin Rutten. Constant zag ik ‘Ome Willem met zijn broodje poep’ voor me terwijl ik het lichaam van binnenuit aanschouwde en Edwin als ‘de Mens’ alles bij elkaar hoorde kletsen.
Rond twee uur verlieten we Corpus weer en vertrokken we richting het hotel. Het was er goed vertoeven. We hadden een wat luxere kamer (wat betekent dat je een tjokvolle minibar hebt met een winkelwaarde van 25 euro en een hotelwaarde van 125…) met badjasjes en slippers. Een zwembad met fitness ruimte (waar ik met een boog omheen wandelde ofcourse ….) een speelhoek waar Beau het gezellig vond en een heerlijke restaurantzaal met buffet en een vijver. Leuke combi voor kids die zich blind staren op de karpers en de schildpadden.
Enfin, na een sprong in het zwembad, een heerlijk diner, een gezellig filmavondje in bed en wederom een buffet waar we ons aan een ontbijt mochten vergrijpen… (“Mama trekt zich zeker niks van haar dieet aan? Wat denkt mama, dat boeit me geen ene reet??!”), staken we af naar (insert tromgeroffel) Madurodam. En het moet gezegd; het is er prachtig! Wat een details, wat een werk, wat een boel verschillende dingen om te bekijken. Het weer was werkelijk fantastisch en we hebben een zalige dag gehad. Vroeg aangekomen (rond tien uur half elf) en om half drie/ drie uur weer richting Friesland gegaan. Het was een top weekend. En dit mag allemaal in hoofdletters geschreven worden.

De reis terug verliep voorspoedig. Wel warm want wie nooit ver in zijn auto rijdt komt er dus pas na twee ritten heen en terug achter waar de airco precies zit…😆 Maar ach, een mens is nooit te oud om te leren zeg maar.

Ik kan met geen pen beschrijven (al zie ik dat het tot nu toe redelijk lukt met 1700 woorden op de teller) hoe trots en blij ik me voel. Het was zó’n ongelooflijk fijn weekend. Om samen met mijn kind op stap te zijn, om hem mee te kunnen nemen naar musea en andere leuke dingen en om erop te kunnen vertrouwen dat het goed komt. Ik word er bijna emotioneel van terwijl ik deze alinea typ want ik bedenk me hoeveel je jezelf kunt ontnemen wanneer je ergens bang voor bent. Dan onthoudt je jezelf plezier en denkt dat je ook wel zonder kunt. Daartoe dwing je jezelf dus ook omdat de angst groter is dan de ervaring die je opdoet wanneer je het wél zou proberen.
Eerder dit jaar ontdekte ik het toen ik mezelf over de angst van groepslessen heen zette. Dat het deelnemen aan boxles best leuk bleek en niemand me ‘raar’ vond. Dat het boxen an sich niks voor me was is dan helaas pindakaas, maar dat had niets te maken met het deelnemen aan een groep. Dat was tof.
Grenzen verleggen is niet makkelijk. Vooral omdat het zich voornamelijk tussen je oren afspeelt. Iets niet kunnen overzien maakt dat je het dan maar niet doet. En je kunt het wel aan anderen vertellen maar niemand begrijpt hoe jij je voelt en dus wordt er dan maar lacherig op gereageerd waardoor je je een nog grotere kluns voelt. En je lacht maar wat mee omdat een ander het ook doet. Het heeft ook niet zoveel zin om je angst te delen met iemand want wie niet voelt wat jij voelt kan zich daar amper een voorstelling van maken. Wanneer iemand dan roept; “O jaaaa?! Nou, daar heb ik tótaaaal geen last van. Ik rijd zo van Limburg naar Friesland of Frankrijk. No problemo.” Daardoor voel je je nou niet bepaald zelfverzekerder. Eerder een nog grotere prutser.
Maar hoe graag je iets wilt bepaalt of je uiteindelijk de stap zet om dingen te doen. Ik word dit jaar 43 en vond het tijd dat ik de knoop doorhakte om mezelf meer vrijheid te geven. Om dingen te kunnen doen die ik nooit durfde. Om op mijn eigen kunnen te durven vertrouwen en de wereld groter te maken. Ik wil vaker een weekend weg met de kinderen. Ik wil geen angst voelen wanneer ik verder kom dan de standaard 25 of 50 kilometer. En met dit weekend heb ik daarmee een begin gemaakt. Een wereldreiziger zal ik wel nooit worden en kennis van de routes en wegen zullen -vrees ik- niet behoren tot mijn talenten. Maar dat verandert niets aan de wegen die er liggen en waar ik gewoon overheen kan rijden zonder dat ik bang ben dat ik nooit weer thuis kom🍀
Ik kan een kind meenemen en wat leuks met ze doen! Ik kan zelfs fotoshoots doen en weer naar huis rijden! Ik kan vriendinnen bezoeken en plezier maken zonder dat ik vervoer hoef te regelen! En dat is me een boel waard. De komende twee weekenden staan er nog een paar leuke afspraken op de agenda en ik ga er met plezier op af 😊 Zolang er diesel in de tank zit en mijn pinpas in de portemonnee zit komt het wel goed.
“Je kunt alleen verdwalen als je ergens wilde komen” schreef ik op Instagram. En dat is niet om je te schamen maar vooral om trots op te zijn. Het betekent dat je verder kijkt dan je neus lang is en je stappen zet om juist vooruit te komen. Voorwaarts mars dus. En anders trap je maar wat vaker op de rem of keer je om waar mogelijk. Tenslotte liggen alle wegen open 😊
Fijne maandag😘!