De vlag uit

Gisteravond reed ik naar de sportschool en dacht dat de kerk open huis had. Zó gruwelijk druk was het er. Ik kon zo snel niet een of andere kerkelijke dag verzinnen en meende dat ik vast weer achter de feiten aanliep en de kerstboom over het hoofd had gezien. Want het is bijna alweer augustus en dan liggen de pepernoten weer in de schappen. Ik bedoel maar. Time flies.

Maar nee, het bleek niet de kerk maar de MAVO waar het zo druk was. De school bedoel ik dan. Opgedofte ouders met minder opgedofte kinderen (met mobiel in de broekzak of hand) liepen richting de ingang van de school. Het was natuurlijk de diploma uitreiking! Hoe had ik dat nou over het hoofd kunnen zien?!

Al een week hangen kris-kras door het dorp weer tassen met vlaggen aan de stok om blijk te geven van kroost wat zijn of haar diploma heeft gehaald. Wat prachtig. Wat een bloed, zweet en tranen zullen er met die vlag gemoeid gegaan zijn. Wel bij mij tenminste. Pfoe. Eeuwig dankbaar dat ik de middelbare school niet weer opnieuw hoef te doen.

De diploma-uitreiking vond ik destijds fijn, maar ook beladen. Ik zat te midden van elk kind dat de afgelopen vier jaar had getreiterd en tussen de leraren die partij kozen en leraren die geen lol in hun vak hadden. Een ongelooflijk Christelijke school die uiteindelijk geen poot had uitgestoken om de situatie te temperen of te remmen. Dus toen ik mijn vlag uithing omdat ik naar een andere school ging (niet wetende dat dat ook geen rozengeur en maneschijn zou zijn) was ik blij dat ik eraf was.

Terwijl ik langs rijd vraag ik me af hoe de sfeer er nu zal zijn. Of het er veranderd is? Of de leraren nog steeds dezelfde mentaliteit hebben (en rondvliegende boterhammen negeren…) Of er ook nu een kind tussen zit die blij is dat hij of zij van de ellendelingen op school verlost is? Vast wel. Want tijden veranderen niet wat dat betreft. Hoewel er op scholen een antipest beleid is zie ik het ook nog op de school van mijn jongste.

Ook hier worden kinderen gepest. Maar ik betwijfel het of de leerkrachten het doorhebben of dat ze er gewoon geen energie in willen steken? Wanneer mijn kind thuiskomt met een verhaal of incident houd ik mijn hart vast. Moet ik ermee naar school gaan? Moet ik degene zijn die dit oppakt? Ik ben mijn hele leven al iemand die overal zijn neus insteekt en het levert zelden wat op behalve ruzies en conflicten.

Ik besluit het anders aan te pakken en mijn kind weerbaarder te maken. Weerbaar tegen narigheid. En dan met name omtrent het kind dat het moeilijk heeft. Die buiten de boot valt. Want melden heeft geen zin weet ik uit ervaring. De leraren zien het wel. Ze doen er alleen bar weinig aan, bang om zelf de klos te zijn misschien…

Een zwart witte stelling, ik weet het, maar het is wel realiteit. Af en toe wordt er opgetreden maar het getreiter stopt er niet van. Pestende kinderen krijgen een tik op de neus misschien, maar de schade stopt niet met hier en daar een uitschieter. Dat moet dieper gaan, consequenter zijn. Er moet niet afgerekend worden op uiterlijk. Zowel van pester al gepest kind. Want zie je er niet volgens de norm uit of kom je uit een gezin wat ‘apart’ is volgens een groep dan kun je het schudden. Dan is er niemand die zijn nek voor je uitsteekt. In elk geval niet op lange termijn.

Dus “oordeel niet” zeg ik tegen mijn kinderen. Niets is wat het lijkt. Als een kind er ‘raar’ uitziet in jouw ogen, of hij gedraagt zich ‘anders’ heeft dat een oorzaak; je weet niets totdat hij of zij het je vertelt. Onzekerheid, verdriet, angst; het staat niet op een voorhoofd geschreven. Het is slechts te filteren uit gedrag. Een heel onverzorgd kind wordt gauw weggezet als asociaal. Terwijl het kind niets kan doen aan de kleding of het kapsel wat zijn ouders hem toebedelen.

Af en toe hoor ik klanken van mijn andere twee, de oudsten. Dan hebben ze het over kind ‘X’ in de klas. Dát is dan wel een hele rare vogel. “Die vraagt gewoon altijd of ze je eten mag hebben!” Toen ik ze erop wees dat dat kind dan misschien wel níet lekkers meekrijgt zoals zij of alles zelf moet regelen, keken ze me aan of ze water zagen branden. Een kind die eruit ziet alsof ze depri is, ís waarschijnlijk ook niet heppiedepeppie. Het is nou eenmaal niet overal gelijk. Een thuissituatie of een schoolsituatie die niet opvalt kan verstrekkende gevolgen hebben. Het is dan heel makkelijk om ergens ‘iets van te vinden’ maar dat verandert niks. Het maakt het eerder erger.

Maar niet alleen kinderen oordelen. Ook volwassenen vinden het fijn om een mening te hebben. En deze dan vooral te delen met de natie. En doen ze dat ook thuis te pas en te onpas dan maken ze onbewust kopietjes van zichzelf en van de kinderen. Dan vinden ook zij het heel normaal om alles maar van iedereen ‘te vinden’ en dit vooral te sharen.

Het is niet erg om iets op te merken of zelfs om te vinden. Zolang je je snufferd er maar over houdt. Niet alles hoeft uitgesproken of gedeeld te worden. Er zijn ook genoeg mensen die iets van jou vinden. Maar alles weten maakt beslist niet gelukkig. Want ook dát zijn geen feiten maar meningen.Afbeeldingsresultaat voor roddelen

Roddel en achterklap is iets wat ik van heel dichtbij heb meegemaakt. Ik was zelf jarenlang onderwerp van gesprek op willekeurige plaatsen: Op de peuterschool, bij de bakker, op de basisschool, weet ik veel waar niet. Mijn eigen kracht was: bek houden en doorgaan. Zolang het maar één bron is waar de ellende vandaan komt heb je kans dat het op een dag ophoudt.

Wanneer ik meegegaan was in de verleiding en míjn verhaal de wereld in geholpen had was ik,  A. net zo erg als degene die het verspreidde en B. zou het nooit ophouden met bestaan. Maar makkelijk is dat niet. Beslist niet. En bij goede vrienden heb ik heus wel eens mijn tranen laten lopen en mijn gal gespuid. Maar verder hield ik mijn lippen stijf op elkaar. Zelfs toen het op een dag via Facebook verliep, op míjn tijdlijn notabene, hield ik mijn mond; hoewel ik het allerliefste en flinke veeg uit de pan verkocht.

Ik verwijderde de opmerking, blokkeerde de persoon en heb haar vanaf toen doodgezwegen. Dat was mijn enige remedie. Als ze me groette fietste ik door, als ze me aansprak draaide ik me om. Wat kon ik anders? De discussie aangaan? Dat had geen zin. Bovendien, dit was overduidelijk iemand die wilde roddelen, die mij als nieuwsbulletin wilde gebruiken. Die goed uit de verf wilde komen door mij openbaar aan te vallen. Tegen zulke mensen moet je je beschermen. Ter wille van jezelf én van die je liefhebt.

Het duurt nog wel even voordat er bij ons vlaggen met tassen wapperen. Nog vier jaar voordat de oudste zijn school verlaat en klaar is voor een nieuwe fase. Want voordat dát een feit is moeten er nog vier klassen en heel veel bergen overwonnen worden. Net als mijn dochter trouwens. Die komt er een jaar achteraan.

Elke fase heeft zijn charmes hoor, maar het puberbrein is moeilijk te peilen en te begrijpen. Net wanneer je denkt dat de boodschap duidelijk is, blijk je tegen een boom te hebben staan praten. Een ‘ja ik snap het’ betekent voor hetzelfde geld een ‘nee ik snap je niet’ maar dan gewoon mooi verpakt. Een ‘ja ik ga vroeg op bed’ wordt vijf minuten later ingeruild voor een ‘ik wil niet’.

Je klemtoon, je intonatie, je woordkeus, hún woordenschat; het kan allemaal een trigger zijn voor een woede uitbarsting. Slaapgebrek, tijdgebrek of gierende hormonen zijn de ingrediënten voor een goed gesprek om de boel weer recht te trekken. Al lijken ze voor goede gesprekken eerder allergisch dan dat ze dat toe jubelen. Toch zet ik ze daar regelmatig tot aan. Een goed gesprek. Ook al weet ik niet precies wat er wel of niet van blijft hangen en is het een hele uitdaging om tot ze door te dringen als het om onderwerpen gaat waar ze niet voor warmlopen (huishoudelijke klusjes bijvoorbeeld 😉)

Niets is wat het lijkt. Een kind is een mens en niets is zo ingewikkeld en veelzijdig als een mens. In al zijn aspecten. Een kind kan zo zorgeloos en vrolijk lijken op zijn tiende en als puber in een enorme dip schieten, of zelfs depressief. Een groep zeven dochter kan vurige liefde voor een paard koesteren en in de tweede klas van de grote school een hekel krijgen aan die rotknollen. Veranderlijk zijn ze. En er is geen pijl op na te trekken.

Het enige wat wij kunnen doen is een beetje richting geven, duidelijk zijn en vooral, in gesprek blijven. Over alles waarvan we ook maar dénken dat het belangrijk is. Want met een beetje geluk blijft er iets hangen van je preek, van je woordkeus, van je intentie en drogen het op tot plezierige en trotse volwassenen. Met vooral respect voor hun medemens én voor zichzelf. Daar mag  wat mij betreft dan óók een vlag voor uit 😊

Fijne dinsdag!

 

 

#puber #quote  #ik #lui #hotel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: