
Zo dan. Het echte aftellen is begonnen. 9-9-2017. De datum die in mijn hoofd zo ongeveer nog duizend keer groter is geworden dan 7-6-2002: de datum van ons huwelijk. Het is niet te geloven hoe groot je iets kunt maken wat uiteindelijk reuze ‘onbelangrijk’ is. Iets wat weinig tot geen inhoud heeft. Iets wat slechts de buitenkant van iemand betreft. Een omhulsel. Een verpakking. Eentje waarbij je je uiterste best hebt gedaan om er het beste van te maken. Net als bij je huwelijk. Waar je ook de show wilt stelen met je jurk, je haar, je make-up én natuurlijk, je grote liefde; alleen dan zonder de inhoud van een huwelijk maar slechts het vastleggen van een moment waar je minstens zo lang naar toe gewerkt hebt.
Die grote liefde is er nu ook bij. Alleen staat hij niet naast me OP de foto, maar naast me gedurende mijn hele fitness traject. Mijn eigen egoïstische avontuur die ik met mezelf, maar eigenlijk ook met de rest van het gezin, aanging. Ook met de rest van het gezin want zij zijn gedwongen deelgenoot van alles wat ik doe en laat. Want daar had ik het deze week met iemand over. Het belang van fitness. Wat houdt het in? Waar gaat het over? Wat is de strekking ervan?
Zonder eerst alle voordelen en positieve dingen op te sommen, concludeerden we dat het (volgens ons) een oppervlakkige sport is. Eentje waarbij het voornamelijk draait om uiterlijk; om JOU. Hoe het ‘lijkt’. Tuurlijk willen we sterker worden, tuurlijk. Maar wanneer je dat niet kunt laten ‘zien’ met gegroeide spierballen of een strak lijf is de lol er al gauw af. Zien en gezien worden. Dat is het veelal. Nou is daar op zich helemaal niets mis mee, anders was ik zelf niet een verwoed aanhanger, maar ik merk keer op keer dat de fitness valkuil best diep is.
En wanneer je je bezeerd door daar in die kuil te donderen doet dat best pijn. Ego-pijn. Het gevoel dat je het niet goed genoeg doet. Dat je er niet genoeg je best voor doet. Dat het nooit wat wordt. Dat je onrealistische doelen nastreeft. Alleen dat laatste is een ‘beetje dom’, de rest is vooral afhankelijk van hormonale invloeden en chocolade (lees gemoedstoestand) Maar ach, de fitness valkuil is dan ook niet meer dan een opsomming van je eigen hersenspinsels. Van (vooral) je eigen negatieve gedachten.
Twee jaar geleden besloot ik voor het eerst om een shoot te plannen. Om af te rekenen met een (te vaak aanwezig) negatief zelfbeeld. Ik besloot, deed, en overwon. In oktober vorig jaar, vlak voor mijn 40e verjaardag was mijn reis op zijn hoogtepunt toen ik voor de camera van de fotograaf mijn rondje mocht draaien. Dit was voor mij minstens zo belangrijk als het podiumdebuut van een atlete. Het was míjn podiumdebuut maar eentje met de bedoeling om dingen achter me te laten.
Het lukte wonderwel. De dag zelf was awesome. De tijd ernaartoe ook, maar zeker met heel veel ups en downs zoals ontevredenheid, onzekerheid, bang zijn, te hoge eisen aan mezelf stellen en blessures en griepjes. Maar ja, it’s all in the game en we gingen stug door. De dag voor de shoot was ik helemaal in mijn nopjes. Superblij met het (inmiddels bruine 😉 resultaat. En vooral, blij met mijn opgekrikte zelfbeeld.
Na de shoot nam ik me voor om dit wéér te gaan doen. Gewoon, om mezelf te bewijzen dat er méér te halen was dan wat ik had gedaan. Een wedstrijd is nog steeds niet (en ik denk nooit) aan de orde, maar wederom had ik precies uitgedacht wat ik wilde. En eerlijk gezegd had ik het mezelf een beetje aangepraat. Teveel laten beïnvloeden door al die fitgirls en fitmoms die heersen over Instagram en andere internetsites.
Want wat moest er anders? Hoe moest het anders? Was het niet oké? Jawel hoor, het was heel oké. Maar zoals de kreten gaan: “If there is no struggle, there is no progress” of “Set goals, crush them, repeat”, krijste ik de kreten luidkeels mee. Progress moest er komen. En wel een beetje gauw a.u.b.
Ik wilde billen. Vooral billen stonden (en staan) hoog bovenaan mijn wensenlijstje. Maar eigenlijk wilde ik the whole package. Want waarom kiezen als elk ledemaat moet groeien? En dus werd er een plan de campagne opgesteld: DE BULK (niet te verwarren met DE HULK…) werd een feit. Er moest sowieso meer gegeten worden want zonder de calorietjes krijg ik geen grotere tietjes. Jawel, dat woord kon ik gewoon gebruiken want zelfs de borst(en) worden niet ontzien ten tijde van een benchpresje. Echt.
Meer eten dus. En idd, mijn kracht nam toen. Ik squatte, hipthrustte, lungede en wat al niet meer of mijn leven ervan afhing. En dat hing ie. Ik wilde meer, beter, groter worden. Want dat was toch mijn plan? Dat was toch het hele idee achter al die motiverende quotes en andere schreeuwerige idealen die ik gretig tot mij nam?
Ondertussen ging ik van Instagram af. Ik was het helemaal beu. Vond heel veel dingen lariekoek en luchtbelleritus en wilde mijn gang gaan zonder dit met de ganse natie te sharen. Of zelfs maar dingen van een ander te lezen: too much fitspirtatieon, too little interest. En ik vertrok. Doei volgers, doei wereld: ik ga mijn eigen gangetje. Het was leuk, tot wiederschnitzel, niet vermoedend dat ik er een half jaar later weer op zou gaan om de motivatie weer op te zoeken.
And off I went. De gym in. Mijn gezin in. Mijn werk in. Ik groeide en groeide en genoot van mijn spierballen en groter groeiende kont. Ik was er zowaar trots op. Niet in een bikini, dat dan weer niet, maar wel in een jeans want die flatteert zo lekker. Totdat ik zoals mijn voornemen, de volgende shoot boekte en ik aan de ‘cut’ moest gaan. En daar was ik zo langzamerhand wel aan toe want die fluffbuik zoals ik het zag, was too much fluff en die billen too much fat. Ik had zoals mijn coach het zo mooi zei: “flinke billen” (…)
Van flink naar minder flink dus. Ik was acht dikke kilo’s aangekomen. Wel met goed eten trouwens. Ik heb nog geen dag een vreetbui gehad dus dat moet ik mezelf nageven. Maar er was werk aan de winkel. Want hoeveel moest er nu weer af? Waar bleef ik op hangen? Moesten er nu ook weer acht kilo’s af of misschien wel minder, omdat ik in het gunstigste geval wat spiermassa had opgebouwd?
En dus ging de schaar erin. Ik stapte op advies van mijn coach over naar coach M. om de laatste maanden goed af te ronden. Ik begon rond de 25, nogwat procent vet en een dikke 66 en nog wat kilo. Schoon aan de haak zeg ik. Het cutten ging prima. Langzaamaan smolt er wat weg. Volgens de tang dan hè, die weegschaal zakte maar mondjes maat. En hoewel iedereen roept dat dát nou net de bedoeling is (behoud van spiermassa), ben ik nog steeds niet gewend aan een lager vetpercentage maar een hoger gewicht. Maar goed, al doende leert men.
Vorige week was mijn één na laatste meting. Vandaag of morgen de laatste. Ik zit inmiddels (volgens mijn coach- want ik ontdekte dat iedereen anders meet) op 19,5 procent. Deze week zag ik dat mijn buik strakker wordt. De abs (als je ze al zo mag noemen want een sixpack is het NOT) zie je beter evenals de schuine buikspieren. Mijn benen zijn smaller geworden en mijn schouders ronder. Ik slaagde er zelfs in om zonder elastiek een paar chin-ups eruit te persen. Hoera voor mezelf! En bedankt voor het schouderklopje.
Waar is het afgelopen jaar gebleven en wát heb ik nou geleerd. Nou. Ik denk dat het belangrijkste wat ik geleerd heb dat ik nou eindelijk eens moet weten dat ik genoeg in mijn mars heb om te bereiken wat ik graag wil (de realiteit niet uit het oog verliezend). Want wat ik nagelaten heb om hierboven op te schrijven, is dat ik meerdere malen de handdoek in de ring wilde gooien. Dat ik mezelf wel duizend keer afvroeg: “waarom in Godesnaam moest je zo nodig ‘gespierder’?! Wat was er mis mee? Want wat er niet aan hoeft, hoeft er ook niet af…
Ik stapte deze week voor het eerst sinds drie maanden op de weegschaal en was tot mijn verbazing vier kilo kwijt. De teller staat nu op 62 en een beetje. Dat is vier kilo zwaarder dan vorig jaar toen ik de shoot deed. Ik had kunnen denken: “Fuck, ik ben zwaarder!!” Maar ik dacht juist: “Yeah! Ik ben zwaarder!” Want ik heb dus écht progressie gemaakt. Niet alleen zichtbaar, maar dus ook meetbaar.
Wanneer je niet overal verstand van hebt heb je geen andere keus dan te vertrouwen op degene die je begeleidt. Dat elke coach een andere methode hanteert (meten, wegen, schema’s opstellen depletie of niet, whatever) maakt het beslist niet makkelijker. Voor mij althans. Want wat ik geleerd heb moet ik opzij zetten. Wat mij vorig jaar goed deed (dat denk ik tenminste) moet ik nu los laten. Ik moet erop vertrouwen dat het goed komt. Ook wanneer ik het anders doe dan de vorige keer. Dat vind ik een van de moeilijkste dingen…
Anyway, nu mijn setjes klaar liggen, mijn wenkbrauwen geplukt en geverfd zijn, de spray-tan afspraak gemaakt is en mijn laatste training vanavond gedaan gaat worden ben ik ein-de-lijk rustig. Want ik heb gedaan wat ik moest doen. Ik heb amper gecheat, uit eten geweest, heb me aan macro’s gehouden, supplementen gegeten, getraind als een malle, geen week de gym geskipt (behalve toen ik mijn nek verdraaide en ziek werd dan) en steeds het beste uit mezelf willen halen; beter dan dit kan dus niet, er nog van wakker liggen heeft geen zin; wallen zijn zo moeilijk te fotoshoppen 😉
Ik ben gedreven wanneer ik iets wil. Druk en hysterisch. Wellicht niet de makkelijkste om te coachen. Maar dit is wie ik ben. Dit is wie ik wil zijn. Ik zou het fijn vinden om de dingen meer ‘los te laten’ om meer rust te ervaren tijdens mijn avonturen. Soms lukt dat uitstekend (heb ik volgens mij ook al een blog over volgepend – hoera voor de Zen periode), maar vaker ben ik zoals ik geboren ben: aanwezig en vooral bezig. Bezig met iets doen of bezig met iets bedenken. Mijn brein slaapt bijna nooit en mijn lijf evenmin.
Ik heb al weer veel te veel woorden gebruikt om dit nog een blog te mogen noemen maar ben (bijna) aan het einde van deze rit. En ben ik 100% tevreden? Waarschijnlijk nooit. Ben ik blij? Dat zeker. Want niets is zo mooi dan het behalen en afstrepen van een door jezelf gesteld doel en na zaterdag kan ik zeggen dat ook deze missie volbracht is 🙂 Al beloof ik mezelf de volgende keer wat milder voor mezelf te zijn 🙂 #goals