Ik vraag het me af: hoe kan het dat tegenslagen een mens (meestal) sterker maken? De uitspraak “what doesn’n kill you makes you stronger” staat in bijna ieders uitspraken- vocabulaire gegrift en klopt vaak ook nog. En hoe kan het dat we daar liever niet over nadenken wanneer ons iets ergs of verdrietigs overkomt? Het zou verdraaide handig zijn wanneer dat wél zou kunnen, dat scheelde een hoop tranen, hoofdpijn en grijze haren. Want zoals ik al schreef: het klopt wél. Meestal. Want er zijn natuurlijk ook genoeg voorbeelden te bedenken waarbij je weliswaar niet gekilled word maar wel een dikke deuk oploopt en niet persé stronger uit de strijd komt. Zoals beschadigd vertrouwen, angst, fysieke pijn en noem maar op. En er zijn zelfs mensen die door hun beschadiging uiteindelijk volledig verwoest door het leven gaan…
Maar waar moet je dan wél aan denken wanneer je in een situatie beland die je liever niet wilt of kúnt handelen? Laatst kwam er een uitspraak voorbij die elke week (of soms zelfs dag) wel een keer door mijn hoofd heen flitst. Dat is –in mijn geval- niet de eerstgenoemde (wanneer je er niet dood aan gaat maakt het je sterker) maar wel: Aan alles komt een einde. Alles gaat weer voorbij. Die vind ik echt prachtig en zegt alles. Want het betekent dat aan al die vervelende en moeilijke momenten een einde komt. Linksom of rechtsom. ‘Door het verdriet heen moeten gaan’.
Dat is ook zo’n ingewikkelde term. Erdoorheen gaan… Om dat te begrijpen moet ik de zin in stukjes hakken en me verbeelden wat dat dan precies inhoudt. Want het is toch zoveel fijner om er gewoon níet aan te denken. Gewoon doordenderen? Gewoon net doen of het niet gebeurt is? Gewoon negeren…? Nou nee. Dat is het dus niet. Want dat is niet meer dan uitstel van executie. Wachten totdat het zwaard van Damocles in je nek lazert en jezelf opeens (opnieuw) verwonden. En daarmee wordt een verwerkingsproces (in de breedste zin van het woord) niet makkelijker maar juist zwaarder en ingewikkelder.
Wij mensen hebben een talent om alles te geloven wat we denken. En daarmee creëren we onze eigen waarheid maar al te gemakkelijk en verliezen dat wat ís uit het oog. En omdat we niet onze vuile was buiten hangen (omdat we niet om hulp durven te vragen –van wie dan ook) maken we onze waarheid steeds verdraaider. Er is niemand om deze bij te stellen of bij te schaven. Er is dan niemand die de kerk midden in het dorp laat staan. Ik ben zelf óók een uitblinker in het geloven van mijn eigen gedachten. In het zwelgen van mijn eigen hersenspinsels.
De quote: “zelfkritiek is ook maar een mening” vind ik dan ook een geweldige uitspraak. Niet dat het ervoor zorgt dat ik het minder doe (ik ben ook maar een simpele ziel) maar het is gewoon wel waar. Het is zo jammer dat we onze levenservaring zo slecht op onszelf kunnen toepassen en zo goed bij een ander. Misschien helpt het wanneer we onszelf eens vaker toespreken als een vriendin. Wat zou je tegen haar zeggen in eenzelfde positie? Of misschien zouden we dan wel niets zeggen en gewoon lief zijn. En misschien is dat net datgene wat we dus ook wat vaker tegen onszelf moeten zijn?
Gewoon lief. Want dat is wat we zijn: lief. We doen ons best om er het beste van te maken. In alle opzichten die voor ons haalbaar zijn. We houden van de mensen om ons heen, we waarderen ze, motiveren ze als we dat kunnen en we nemen ze zoals ze zijn. We slikken zoveel van ze en laten ze desondanks niet vallen. Waarom is dat dan zo moeilijk om ook bij jezelf te doen? Pfff. Misschien omdat we menen perfect te moeten zijn? Dat fouten maken niet mag? Die fouten blijven we maken totdat we onze laatste adem uitblazen. En perfectie bestaat slechts in onze eigen gedachten. Want niets is zo subjectief als dat we zelf zijn.
Verdriet en onmacht liggen elke dag op de loer en zijn dingen waarvan ieder zijn portie voorgeschoteld krijgt. Eromheen wandelen is niet mogelijk. Want het levenspad kent dan wel verschillende routes maar de bestemmingen zijn niet te veranderen: je kunt er toch niet omheen. Soms is de kortste en de hardste weg dan wel de oplossing; dan ben je er ook het snelst weer vanaf. Al is dat wel een weg die de meeste moed en vertrouwen (in jezelf) vereist. Maar met het vooruitzicht dat er altijd weer mooie dingen en momenten op je pad komen wordt het lopen al een klein beetje makkelijker… 🙂