#lightbulbmoment Ken je die uitdrukking? Een lightbulbmoment? Heel veel jaren terug, toen Oprah Winfrey nog op tv was en ik dagelijks na schooltijd aan haar lippen hing waarbij ik smulde van haar shows, hoorde ik dit woord voor het eerst. Ik vond het een grappig woordje. Een simpele vertaling voor “Eureka” of een “Willy Wortelmomentje” of een “Pling-momentje”. Een woord, wat je niet vaak hoort zeg maar. Maar eentje die ik uiteindelijk nooit vergeten ben.
Heel af en toe ervaar ik ook zo’n lightbulbmoment. Te weinig eigenlijk, ik geef het direct toe, maar de keren dát ze dan voorbij komen koester ik. Die zijn waardevol. Het zou handig zijn wanneer je de hele dag door ingevingen kreeg; dat bespaarde een hoop hoofdpijn. Of in mijn geval, spierpijn én hoofdpijn. Want gisteravond realiseerde ik me opeens dat ik wellicht zelf (mede) schuldig ben aan de fysieke klachten die mijn revue passeren.
Nou ben ik meer van de frivole en optimistische blogs moet ik zeggen. Ik houd beslist niet van zeur-zeik-en mekkerverhalen. Echt niet. Het brengt ons nergens en ik probeer ze ook echt te vermijden. Als we de hele dag moesten mekkeren waren we wel geit geworden. Maar aangezien ik ook maar mens ben mekker en bléér ik net als de rest van de wereldbevolking om mijn hart te luchten. Echter, ik probeer dit natuurlijk wel een beetje binnen de perken te houden.
Anyway, teug naar mijn eigen “Pling” momentje. Al een lange tijd geleden (lees een maand of twee) begon mijn schouder te miepen. Te zeuren. Te pietlutten. Het knapte een beetje op om vervolgens net wanneer ik dacht verlost te zijn weer op te spelen. Nou ben ik wel van de verrekte spieren (lekker flexibel in de gewrichtjes) dus ik ben niet direct in shock, maar toch, elke keer wanneer ik verrast word door klierige spieren baal ik.
Toen ik nog bij de vorige gym zat besloot ik op een gegeven moment tóch maar op de behandeltafel te kruipen. Met vreselijke tegenzin. Want preutserd dat ik ben krijg ik acute diarree wanneer ik naar iemand toe moet die me aanraakt. En dit was nog een man ook. En mijn instructeur bovendien. Horror. Ik was dan ook aangenaam verrast dat het uiteindelijk wel iets opsmeet: mijn klachten verminderden. Het was telkens mijn rug en/of mijn nek die opspeelde. Ik hoefde maar een kloterig Legoblokje achter een bed weg te vissen of het was hommeles. Maar goed. Shit happens. Vooral in de slaapkamer. Wanneer ik me moet bukken ofzo. Om iets op te pakken dan natuurlijk hè. Voordat er misvattingen ontstaan tijdens het lezen van mijn stukje tekst.
Maar goed. Ik bespaar jullie het hele vertrek verhaal van deze gym en skip de narigheid zodat ik meteen tot zhe point kom: ik had geen masseur meer. Gelukkig ook geen pijn dus ik miste de man geen tel. Totdat ik dus weer last kreeg. Maar dit keer kreeg ik last waar ik niet eerder last had gehad. Van mijn schouder(s) Ik kon niet links liggen, ik kon niet rechts liggen en overwoog al een nieuw bed/matras/kussen aan te schaffen. Met vreselijke pijn in het hart want ik koop liever een nieuwe outfit voor zoveel geld. Of goed gevulde make-up doos als ik dan toch mag kiezen.
Toen ik kort geleden tijdens het trainen óók nog pijn kreeg was ik d’r helemaal klaar mee. En dus nam ik het advies van mijn collega ter harte en maakte een afspraak. Even een wrijfsessie en ik zou gauw verlost worden van de narigheid. Nou wist ik al dat een massage niet bepaald met een happy end is, deze niet tenminste… Degenen die dit wél ervaren zal ik nimmer begrijpen, dus ik bereide me voor op veel gekreun en gesteun. In de trant van: au, au, wrijf maar gauw.
Ik ging, werd bekeken, gekeurd en mocht plaats nemen. Holy Moly, het deed pijn. Het waren hobbels en bobbels en ik dacht dat mijn geraamte uitgebreid was met extra botten. Dit bleken spieren te zijn. Lekker in de knoop met elkaar. En de taak aan de therapeute om de boel weer te ontklitten. En dat lieve mensen, is nogal een werkje. Het is eenvoudiger om een knot wol of veters uit de knoop te halen dan om mijn spieren weer op z’n plek te krijgen. En dit werkje ging gepaard met pijn. Nare pijn.
Maar ze zette stug door en hier en daar floepten de knopen voor de vingers aan uit de knoop. Na een uur wrijven en kneden ging ik huiswaarts. Maar met armen die ik niet meer op kon tillen. Toen ik er naartoe ging, dácht ik dat ik al een beetje van mijn klachten verlost was omdat de pijn inmiddels was afgezakt. Na de behandeling laaide dit weer op en kon ik nog steeds niet lekker slapen op mijn zij. Links noch rechts. Overdag ging het prima en met trainen ontzag ik de schouders en hield ik het bij de benen, billen, rug en armen.
En dus ging ik naar de tweede afspraak. (Ik zie dat ik alweer uitweid…) Gisteravond. Op de vraag hoe het ging, bekende ik maar eerlijk: het was nog lang niet over. En dus stroopte ze de mouwen op en begonnen we aan de tweede behandeling. En dit, dit deed wederom fucking pijn. Ik snap nu waarom er een gat in de massagetafel zit: dit is om stilzwijgend te vloeken zodat niemand je verbeten gezicht kan zien. Echt waar. Een andere reden kan ik niet verzinnen.
Toch was mijn houding reeds opgeknapt, verbetert en ook de rugspieren waren niet meer zo stijf als vorige week. Echter, mijn schouders wel. Die waren stijf, hard en niet bepaald flexibel. De buitenkant was relatief zacht, maar de binnenkant niet. En toen, toen ik haar dát hoorde zeggen, hoorde ik het muntje vallen: Pling!! Eureka! Lightbulbmoment! Ik. Snap. Het. Nu. En dus besloot ik hier vanochtend stand te pede een blog aan te wijden. Voor het geval ik het weer dreig te vergeten.
Want wat was nou dit lichtmomentje? Wat was mijn eyeopener? Wat was dat waar ik nu al sinds gisteravond over nadenk? Toen zij letterlijk zei: “de buitenkant is zacht en de binnenkant is hard” realiseerde ik me, dát ik van binnen óók (ver)hard ben. En dat is natuurlijk niet zonder reden. Want zoals iedereen op deze aardkloot maak je dingen mee. Dingen die je van je af laat glijden, maar ook heel veel dingen die je opzuigt. Dingen die je mee-torst en dingen die je juist moeilijk van je afzet omdat ze zo pijnlijk zijn.
Wanneer ik dit zo schrijf klinkt het eigenlijk heel onlogisch: want waarom zou je dingen bij je willen dragen die zo’n pijn doen? Dingen en ervaringen die je veel verdriet hebben gedaan? Ik heb geen idee. Eigenlijk ben je ze liever kwijt dan rijk. Maar ik weet wél, dat ze je pijn blijven doen wanneer je ze niet “laat gaan.” Je draagt het met je mee. En mijn ballast drukt mij op mijn schouders. En nu, jaren later, gaat dat pijn doen. Letterlijk pijn. En dus besloot ik gister, liggend op de behandeltafel, dat het GENOEG is. Ik wil mijn ballast kwijt. Ik wil het niet langer meenemen. Ik flikker het uit mijn bagage. Uit mijn koffer. Van. Me. AF!!
Deze alinea is mega belangrijk. Want er zijn zóveel dingen gebeurd in het verleden die mij tot op de dag van gisteren tot tranen konden roeren, boosheid opriepen, verdrietig maakten wanneer ik er aan dacht. Die me onmachtig maakten en soms zelfs wanhopig. Die vragen opriepen omdat ik slechts aan de kant stond en toekeek wanneer er mij weer iets ter ore kwam of wanneer ik op een onverwacht moment wéér geconfronteerd werd met datgene waarvan ik zo graag afstand neem. Terwijl ik meende dat ik er afstand van had gedaan, bleek mijn lijf mij erop te wijzen dat dit toch écht (nog) niet het geval was.
Ik was al best wel ver vond ik. Veel geschreven, veel gepraat, gehuild, gedacht en gesport. Want ook dat doe je om energie kwijt te raken én om energie te winnen. Over sommige dingen sprak ik bewust niet, dit omdat ik er bewust voor koos om mijn gezin te beschermen. Wanneer ik door buitenstaanders tóch gedwongen werd hierover na te denken of hiermee geconfronteerd werd deed dit zó veel pijn en werd ik wederom ontzettend boos. Tot gisteren. En tot vandaag. Ik besloot: Ik. Word. Niet. Weer. Boos.
Het is klaar. Ik ga iets toepassen wat ik altijd verafschuwde. Een woord wat ik nooit begreep en braakneigingen van kreeg. Wat ik altijd in een context plaatste wat me niks bracht omdat ik het zag als goedkeuring voor iemand zijn akelige gedrag. Ik vergeef. Ik vergeef degenen die deze emoties bij me los maakten/maken. Ik vergeef de mensen die tot gisteren een wond met korst geen litteken lieten worden. Ik vergeef de mensen die tot op de dag van vandaag een streep proberen te zetten door dat wat ik liefheb door anderen te beïnvloeden. Ik. Laat. Ze. Los.
Vergeven. Ik realiseer me nu eindelijk wat vergeven betekent. Het betekent simpelweg dat ik de negatieve energie niet langer toelaat. Ik wil de negatieve energie van een ander niet langer op mijn (positieve) schouders laten rusten. Ik wil mijn schouders bevrijden van een ander zijn ballast. Ik hoef het niet meer. Ik wil niet langer dat mijn verleden mijn heden bepaalt. Wat gebeurt is is gebeurd. En wat nu gebeurt, gebeurt. Ik kan niet voorkomen of beïnvloeden hoe iemand anders zich opstelt of naar mij toe gedraagt. En ik wil niet langer slachtoffer zijn van mijn herinneringen of ervaring(en) noch pogen een ander te veranderen.
Terwijl ik dit schrijf klopt mijn hart in de keel en krijg ik een acute zweetaanval. Een gevoel van opwinding borrelt op. Ik ben er klaar voor. Klaar om los te laten. Klaar om met een nieuwe pen mijn bladzijden vol te schrijven 🙂
“Free your mind, the rest will follow”
Fijne dag. Dikke kus xxx