Vrouger, vrouger, wat gaait de tied toch vlug

1deb000b394140439b6837f78737613dMama komt langs voor een kopje thee en een cadeautje voor Luna. We lachen, we kletsen, we lachen en we kletsen wat meer en wachten totdat Luna terug komt van haar afspraak met haar vriendinnetje; meisjes van elf spelen namelijk niet meer, die ‘spreken af’…

Om het laatste ‘wachtkwartier’ te doden stop ik een willekeurige dvd van lang geleden in de dvd-speler. Ach kijk nou, wat schattig, Beau was nog een baby. Getuige het gekir en gekoer van mezelf moet ik dat toen ook al hebben gevonden want terwijl ik kijk, spreek ik als een stereo geluid dezelfde woorden weer uit.

Ik druk wat op de knopjes en beland op de verjaardag van mijn papa. Ach gut, kijk nou hoe snoezig, de hond in z’n mandje. Tjong, die was daar ook nog jong. En kijk, mama! Joh, wat was je daar dun! Mama snuift en hoopt op betere tijden met dank aan mijn opmerkzame uitspraken.

En daar, daar zitten ze dan. Springlevend. Opa en Oma Nieland. Opa prikt ijverig zijn schaaltje leeg en geniet zichtbaar. Oma scharrelt over het erf en raakt met mijn lief aan de praat. Ik hoor niet wat ze zegt maar ze kijkt vertederd naar Beau. Met haar handen op de rug loopt ze verder en gaat naast opa zitten. Haar jasje en tasje hangen over dbestand-17-02-16-09-56-20e zomerstoel heen gedrapeerd. Zoals ze dat altijd deed.

Ze zien er precies zo uit als ik ze me herinner. Zoals ze zijn. Opa en oma. Weg zijn ze. Al bijna een heel jaar geleden dat opa achter oma aanging. Op 14 februari maakte hij van Valentijnsdag zijn sterfdag, op 21 november betrad oma een nog onbekend hiernamaals.

Maar daar zitten ze. Gelukkig en tevreden. Genietend van dierbaren om zich heen, genietend van een hapje en een drankje, van elkaar. Opa en oma. Wat zijn jullie alweer lang weg en wat zijn er veel momenten dat jullie om me heen zijn. Wat zijn er veel momenten dat ik jullie mis. Wat zijn er veel momenten dat ik me herinner me niet te kunnen voorstellen dat jullie er op een dag niet meer zouden zijn. En nu, nu is het al een jaar lang zoals ik me nooit kon voorstellen.

Achter de school van de kinderen staat een bejaardenhuis. Of meer een verzorgingshuis eigenlijk. In de winter reed ik er altijd langs en zag lichtjes branden terwijl het buiten donker was. Dat leek gezellig, warm en knus. Totdat ik me realiseerde, kijkend naar de oude man met weinig haar op zijn gerimpelde magere lichaam, dat hij daar net zo lag als opa en oma; teer, breekbaar en uitzichtloos op nog heel veel gezonde jaren omdat de ouderdom hun had ingehaald.

Allebei brachten zowel oma als opa de laatste weken, dagen door op zo’n verstelbaar bed. Dezelfde kleur, dezelfde soort kamers, hetzelfde lot. Afscheid nemen van hier. Het begin van de tijd zonder hen. En hoe kan het dan toch dat het voelt alsof de tijd stil heeft gestaan? Hoe kan het zijn dat het voelt alsof ze zomaar kunnen bellen, alsof ze binnenkort langskomen bij pap en mam, of een ingevroren zak bonen doorgeven zodat we een maaltje hebben?

Die rottige diepvriesgroente die je rechtstreeks je eigen kliko ingooide, zelfs zonder schuldgevoel. Opa en oma. Wat zijn jullie er alweer lang niet meer bij. Wat is het alweer een poos terug dat ik je een kus gaf of je me foeterend koekjes meegaf voor de kinderen. Die vieze wafeltjes van de Lidl. Maar uit een goed hart. Wat is het alweer een poos geleden dat we paashazen kregen voor de kinders die ik opvrat of in een cake gooide wat de kinderen natuurlijk weer moesten verklappen. Die kunnen ook nooit hun mond houden.

Opa en oma. Ik mis jullie. Wanneer ik mijn ogen sluit stap ik weer binnen in het grote huis. Ik loop over het kleine laantje naar het spoor achter opa aan naar de kippen om eieren te halen. Ik stap het hok binnen waar ik de geur van vogelzaad opsnuif. Ik herinner me het zomerhuisje waar herinneringen liggen en de dromen er later te gaan wonen. Ik voel het strakke sjaaltje om mijn hoofd die fungeerde als lang haar. Ik hoor het getrappel van de hoge hakjes die ik van je aantrok.

Ik ruik jullie laatst bewoonde huisje die inmiddels door een ander bewoond wordt.  De keuken, de voorraadkast met pure chocolade. Ik hoor je lachen wanneer ik een grap maakte over jou en opa of wanneer jullie verhalen vertelden over vroeger; vrouger. Ik herinner me dat je emotioneel kon worden wanner oom Eilt ter sprake kwam. Ik voel, ik hoor en ruik het allemaal. Het gaat niet weg.

Terwijl ik dit schrijf vallen mijn tranen over mijn wangen heen op mijn trui. Je zou het niet nodig vinden. Oudere mensen sterven nou eenmaal. Dat weet ik natuurlijk ook wel. Ik heb pas het scheve krukje van jullie zolder, met de schelp die je meenam uit Afrika opgeruimd.  Maar nu, nu jullie bijna weer een jaar samen zijn haal ik het weer even tevoorschijn. Ook al weet ik dat jullie zo ook wel om me heen zijn, ik verlang even naar iets tastbaars om naar te kijken. Om aan te voelen.

Toen ik Beau gisteravond op bed bracht, maakte hij een opmerking over doodgaan. Dat het zo jammer was dat je doodgaat op een dag. Dat je er ooit niet meer bent. “ik hoop dat je nog lang niet doodgaat” zei hij. “Dat hoop ik ook niet Beau, maar ik ben het nog lang niet van plan.” “Nee, dat hoop ik ook niet” zei hij, en kroop onder de deken. “Maar weet je” zei ik, “Ik denk dat wanneer je dood bent, je gewoon om elkaar heen blijft hoor, zonder dat je me kunt zien, ik ben er wel gewoon. Dus als jij dan ook dood bent op een dag, zijn we weer samen”. “Dat kun je helemaal niet weten want jij bent nog nooit dood geweest” was zijn nuchtere antwoord.

Beau heeft gelijk. We kunnen het ook niet weten. Maar we weten ook niet of er niks is na dit leven. Ik kies ervoor te geloven dat er wel degelijk iets is. Wat precies dat is nog een verassing natuurlijk. Vlak voordat oma stierf, zei ze tegen opa: “stil maar, we zien elkaar gauw weer”. En dat terwijl oma nooit sprak over wat er na de dood zou zijn. Misschien had ze een voorgevoel of misschien was haar wens de vader van haar gedachten.

Onze geliefden leven hoe dan ook voort. In ons hart, in onze herinneringen, in de geuren die we onverwachts opsnuiven of in een gevoel wat opborrelt op onverwachte momenten. Ik koester ze stuk voor stuk en blijf maar stiekem geloven. Afscheid nemen bestaat niet…

12494853_1597140020604963_3696075631630808061_n
Vrouger, vrouger, wat gaait de tied toch vlug, pas as ie older worden ja din komt alles terug

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: