
Best bijzonder nu ik het zo opschrijf, want de gym is nou niet bepaald iets om verliefd op te worden. Koud ijzer, klamme handen en klotsende oksels vind ik niet sexy. Ook niet opwindend. Maar blijkbaar wel iets om de zenuwen van te krijgen. Raar, maar waar. Al schijnt het dat adrenaline ook zo’n soort gevoel op kan wekken. Dat moet het zijn. Adrenaline. Nog voordat ik ook maar íets heb aangeraakt…
Op zich is het wel een lekker gevoel. Verliefd zijn. Maar wat ben ik de Heer dankbaar dat ik niet meer hoef te daten zeg! Super leuk hoor, en och wat spannend, maar die eeuwige onzekerheid of je niet uit je mond stinkt, buikpijn krijgt en een ruft moet laten of dat je niet al bij de eerste oogopslag afgekeurd wordt vond ik nooit leuk. Het maakte me bloednerveus.
Ik ben dan ook altijd in de veronderstelling dat mocht er ooit een dag komen dat ik alleen kom te staan, God verhoede, dat ik dan vrijgezel(lig) blijf totdat ik het loodje leg. Nee echt. Als ik het me voorstel, dat hele gedoe opnieuw: kijken, kijken, nog eens een keer, aanraken, iemand horen praten (en dat dan die stem niet bij het hoofd past), aftasten hoe degene is en dan iets afspreken ook nog. Brrr. Ik krijg d’r alweer buikpijn van.
Wat dat betreft vind ik het een Godswonder dat ik niet overgebleven ben. Ik kan me nog goed herinneren dat ik op bed lag in mijn tienerkamer en elke jongen op wie ik verliefd was de revue in gedachten passeerde. Dat waren er nogal een boel. Altijd ééntje achter de hand zeg maar. Wanneer de een afviel en niet zo leuk bleek, was er altijd nog een ander om verder verliefd op te zijn. En ik dacht serieus dat de ware liefde iedereen zou overkomen behalve mij.
En echt, ik viel voor iedereen die maar humor had of lief deed. Een stoere, lekkere kerel was het eigenlijk nooit. Dat vond ik zó out of reach, ik liet mijn oog er niet eens op vallen. Toen ik dus mijn eerste (tong)zoen kreeg van een echte Fransman die in mijn beleving zo ongeveer gelijk stond aan een hedendaagse Ronaldo (dat was hij dus echt niet, maar goed, ik vond hem best heel erg het einde) kon het niet meer fout gaan.

Ik kreeg aan het einde van die vakantie een paar oorbellen van hem. Met een blauw steentje en zilverkleurige veertjes. Loodzware krengen die mijn oorlellen deden lijken op die van een Afrikaanse inboorling. Zó uitgerekt. Deze hebben daarna jaren aan mijn genaaide lampenkapje op mijn kamertje gehangen om er nog veel en vaak naar te kijken, me afvragend of hij nog steeds meloenen zou plukken in de buurt van de camping…
Jeugdliefdes. Bijna iedereen heeft er wel een paar. Ik ook. Een paar. En allemaal wisten ze me hetzelfde gekke gevoel te bezorgen als de gym nu doet. Hoe bijzonder is dat?! Alleen hoef ik de gym geen Franstalige brieven te sturen en geen gekke capriolen uit te hangen om in de smaak te vallen.
Het ijzer houdt van mij en ik van het ijzer. Het laat me keer op keer mijn spieren voelen. Het doet me mijn grenzen verleggen. Het plaagt me en beloont me tegelijkertijd voor mijn inzet. Het maakt me weerbaar en sterker en zorgt dat ik me er lekker door voel. Dat ik elke keer een kleine overwinning kan vieren. Mentaal en fysiek.

xxx Paulina