
Zonder gebrek. Zonder gebrek aan wat? Dat kun je zelf invullen. En die volmaaktheid zal dan ongetwijfeld beïnvloed worden door je stemming, je geschiedenis, je banksaldo, je hormonen, door je misschien ietwat pessimistische insteek, of juist heel positieve benadering.
Vandaag kies ik voor volmaakt. Volmaakt, volmaakt. Wat een mooi woord eigenlijk. Volmaakt gelukkig zijn. Wie wil dat nou niet? Volmaakt tevreden zijn met jezelf, jezelf omarmen en koesteren. Want dát is uiteindelijk toch een ultiem iets? Naar jezelf kijken, luisteren en van jezelf houden omdat jij jezelf volmaakt vindt: zonder gebrek. Volmaakt omdat ik zonder gebrek ben aan dingen die mij gelukkig (kunnen) maken… 🙂
Zo plaats je het woord in een wel heel ander daglicht en geef je er een heel andere betekenis aan dan wat ik eerder dacht bij het horen van ‘volmaakt’. Aan volmaakt zijn koppelde ik bijvoorbeeld; hoogmoedswaanzin, denken dat je heel goed bent (lees: arrogantie), eigenwijs zijn (lees weer arrogantie), denken dat je de beste bent en wat al niet meer.
Maar dit is niet zo. Volmaakt zijn, of iets als volmaakt beschouwen betekent niets meer dan ‘iets of iemand zonder gebrek’. En dan is het aan jezelf om ‘iets’ – een eigenschap- al dan niet als een gebrek te beschouwen. Want wat jij ziet als een gebrek, ziet de ander als een toevoeging. Als iets extra’s. Als een bijzondere toegift op de al ‘volmaakte’ persoon die je bent…

Wanneer je gelooft dat je alles al hebt heb je niets meer te wensen. En kijk eens naar wat je hebt: je hebt zuurstof om te leven. Hoe je de zuurstof opgebruikt is aan jou. Elke adem kun je maar één keer nemen. Elke hap zuurstof is er een die niet weer terug komt. Je kunt je zinnen en gedachten vullen met alles wat je niet leuk vindt en vervolgens –letterlijk- doodmoe worden. Je kunt dezelfde zuurstof ook tot je nemen en realiseren wát je eigenlijk voor schat bezit, bent zelfs.
Vorige week vrijdag was ik zat van heel veel dingen, gedachtes. Zat van alle energie die ik doelloos weggaf. Energie die ik stak in onnodige zaken die me niets brachten. Ook weer iets om over na te denken. Wanneer je heel veel tijd en energie steekt in gedachten of handelingen die ook weer energie nemen i.p.v. opleveren; stop er dan acuut mee. Verzin maar iets anders, maar stop alsjeblieft. Alles wat je vrijwillig doet en wat je kapot maakt, of je humeur om zeep helpt of je chagrijnig maakt werkt averechts.
Gesneden koek, I know, maar raar maar waar maken we ons er allemaal schuldig aan. Enfin, ik zat dus in een dip. Een klotedip waarbij iedereen de lul was die zich in mijn nabijheid bevond. Dat dit dus niets opleverde bedacht ik al snel en samen met dat gevoel besloot ik ook dat ik dit anders wilde.
Hoe? Door tijd voor mezelf te nemen. Door mijn gedachten onder de loep te nemen en door mezelf tot orde te roepen. Een schop onder mijn ass zeg maar…
Het helpt altijd enorm wanneer ik mijn herspenspinsels met iemand kan delen. Dat helpt om jezelf wel even in de realiteit te laten landen zeg maar; dat je niet opstijgt naar een kweldimensie waar je jezelf even fijntjes de nek omdraait. En hoewel je zelf een boel ‘heus wel weet’ is een realitycheckje op zijn tijd verfrissend. Mocht je dit lezen; thanks for lifting me up 😉 lieve B.
Anyway, terwijl ik orde op zaken stelde en mijn dag zich vulde met zonneschijn en warmte –vanuit mezelf en het was gewoon super lekker weer, keerde alles zich in vijf minuten om. Één telefoontje zorgde voor instant tranen en bezorgdheid en mijn opgewekte gevoel verdween als sneeuw voor de zon….
Ik ga niet in details treden, maar laten we het erop houden dat er ineens een angst was dat ik iemand van heel dichtbij zou kunnen verliezen. Zou kúnnen met klem, want er was nog niets zeker. Maar alleen al gedachte aan de mogelijkheid zorgde voor blinde paniek. Wat nou als? Wat nou wanneer, hoe, waarom, enz…
Het is onvoorstelbaar hoe het brein werkt. Het is als een computer die op tilt kan slaan maar evengoed een radar die actief naar signalen om je heen speurt. Die als een kompas werkt en die je innerlijke brein sust of laat relativeren. Het kan je ook gek maken en je teveel laten stressen en alles daartussenin. Maar een aan- of uitknop zou wel handig zijn.

‘Zonder gebrek’. Ik denk dat ik volmaakt ben. Volmaakt gelukkig. Ik heb gebrek aan niets. Ik heb geen gebrek aan zuurstof, ik voel me omringd met lieve mensen, ik kan de dingen doen waar ik geluk in vindt en ik doe mijn best mijn goals te halen; ook al veranderen die dagelijks 😉 Ik wil genieten en me vaker realiseren hóe gelukkig je eigenlijk kunt zijn en al bent. Want zeiken over dingen die niet reëel zijn en klagen over situaties die niet eens aan de orde zijn helpen je geen stap verder.
Opa zei altijd: “een mens lijdt het meest, aan het lijden dat hij vreest, maar nimmer op komt dagen’.
Lees die zin nog maar eens honderd keer over. Of denk er aan wanneer je gedachten weer op tilt slaan. Het gevoel geliefd te zijn is onbetaalbaar. De afgelopen week was dat wel een gevoel wat overheerste. Ik nam afstand van bepaalde gedachten en positiviteit vond zijn weg terug. Je kunt je gedachten en humeur vergiftigen door te blijven hangen in negatieve gedachten. Dat is zonde van je zuurstof en je energie.
