Het enige wat vaststaat in het leven is dat het op een dag afgelopen is. Het gezegde “aan alle goede dingen komt een einde” is wat dat betreft wel heel letterlijk. Tenminste. Wanneer je een goed leven hebt gehad. Wanneer het een aaneenschakeling is van ellende en verdriet kan het een verlossing zijn. Nee, dat ‘kan’ niet, dat is het gewoon.
Toch is euthanasie een delicaat onderwerp. Daar ga ik het dus ook maar niet over hebben. Te zwaar op de maag zo vlak voor het eten. Beetje dom om vlak voor het eten en het sporten nog achter die computer te kruipen, maar ja, soms móet je hè? En dan niet gaan zitten is net zo dom als niet naar de wc gaan als je moet. Krijg je alleen maar obstipatie van. En daar hebben we geen zin in. Sorry, ik dwaal af.
Een paar maanden geleden zijn opa en oma doodgegaan. Hun mooie dingen waren ook afgelopen. Ik kan er een heel moeilijk en zwaar verhaal over ophangen, ook dat doe ik niet. Ze waren oud. En ziek. En hadden er geen zin meer in. Maar hoe luchtig ik ook kan doen over het einde, verdrietig was ik wel. En nog. Er zijn zoveel momenten op een dag of in een week dat opa en oma er weer zijn. Dat je ze voorbij ziet komen. Dat je ze hoort, dat je ze ruikt, dat je ze mist…

Het struisvogelei aan een draadje, het vogelnestje en de opgestopte dieren in de hal. Er stonden nog koekjes en snoepjes in de kastjes in oma haar bewaarde trommeltjes. De kussens en kleden op de bank en die lelijke tapijten op de vloer. De beeldjes uit Zuid Afrika en de nog bloeiende bloemen. De oude kaas in de koelkast en de bevroren kip (en vast hier en daar een duif) in de diepvries.
Het is niet meer. Zij zijn niet meer. Het huis is leeg. Er staat niets meer in wat nog opa en oma ademt. We hebben allemaal wel iets thuis staan wat uit hun huisje vandaan komt. Ik heb een klein ‘altaartje’ gemaakt met een schelp en een steen op een door opa scheef afgezaagd krukje – opa was niet handig met de zaag getuige zijn ellenlange lijst met ongelukken met gereedschappen… Voordat ik de laatste ronde door hun huisje maakte, maakte ik een foto van opa en oma toen ze nog maar net verkering hadden. Oma kijkt dolgelukkig naar opa en hij staat er trots naast. Zoals een trotse man op zijn vrouw hoort te zijn. Terwijl ik dit schrijf wordt ik er toch weer emotioneel van… Maar dat is oké. Digitale tranen zie je toch niet druppen dus mijn tekst blijft intact.
Ik had nog nooit een crematie meegemaakt en nu al twee achter elkaar. Maar het was mooi. De ‘dienst’ was mooi en er werd prachtig gesproken. We werden meegenomen naar de tijd die ze in hun leven hebben afgelegd en de dingen die ze vol liefde én verdriet deelden. Hun jeugd, de herinneringen aan ons, aan onze ouders, aan alles wat hun naam droeg en hun liefde kreeg.
Gisteravond lag ik met mijn lief in bed. De slaap konden we maar moeilijk vatten. “Opa en oma zijn ook bij mijn ouders…” “Wát zeg je??” “Nou, ze staan onder het afdakje van de veranda” Mijn lief kreeg een lachstuip. “Wat zeg je nou, onder het afdakje? Hoe bedoel je?” “Op de plek van de barbecue. Je weet wel, boven die stenen.” Toen kwam hij helemaal niet meer bij-tot mijn ergernis. Respectloos lachen. Wat een onzin. Maar eerlijk is eerlijk, het kwam er ook wel wat ongelukkig uit. En bovendien had ik nagelaten te vermelden dat papa en mama de urnen opgehaald hadden en ze daar nu dus stonden… Het verklaarde weer een hoop. Al was het barbecueplekje wel een beetje dubbelzinnig… Ach nou ja, ze hielden beide erg van braadstukjes en salade. Dus.
Zaterdag komen ze op hun eindbestemming. Ze worden uitgestrooid op het erf van het huis waar ze vele jaren met veel plezier gewoond hebben. Mijn nicht woont er nu. Het huis is in weinig opzichten nog het huis van mijn herinneringen, maar het is wel de plek die hoort bij hun leven. Ze komen onder de appelboom waar menig potje appelmoes van gemaakt is.

“Goodbyes are not forever, are not the end. It simply means I’ll miss you. Until we meet again”