Het is wat met die ellendige electronica. Tegenwoordig ben je van alles afhankelijk en vooral ook, van iederéén afhankelijk. Klierige telefoons, drammerige printers en computers die op tilt slaan. Of familie van de computer; de server. Een O zo handig apparaat waar je vooral niets mee kunt. Tja, je kúnt d’r genoeg mee. Maar je weet niet wat je moet doen als het apparaat niets meer doet. Of knippert met z’n lichtjes. Of op storing slaat.
Op zich ben ik redelijk redzaam hoor. Ik druk altijd een paar keer op de aan- en uit knop. Of ik haal de batterijen er even uit en prik ze er weer in. Of ik hergebruik allerhande andere batterijen waarvan ik dácht dat die leeg waren; je staat er versteld van hoeveel stroom je d’r nog uit kunt tappen…Of ik trek alle stekkers er uit. Of, en dat is een ultiem redmiddel, ik duik in de meterkast om aan een of ander schakelaartje te frutten.
Meestal doet het ding wat het niet meer doet het dan wel weer. Maar soms ook niet. En dan moet je uitwijken naar iemand die er meer verstand van heeft. En die is nou net nooit in de buurt. Dus moet je weer wachten. En wachten. En wachten. En ondertussen ander vertier zoeken, of gewoon een nieuw apparaat aanschaffen.
Verwend ben ik. Echt waar. Mijn vader en m’n broer hebben twee rechterhanden. Mijn man een linker én een rechter dus zo nu en dan zoek ik alsnog mijn heil bij mijn bloedverwanten. Ik sta altijd met open mond te kijken hoe mijn broer weer ergens een draadje aan frut (toen die keer dat ik tijdens het stofzuigen mijn hoofdtelefoon molde…) of hoe mijn papa de droogtrommel reanimeert (omdat die na 15 jaar eigenlijk ook nog niet weg mag…) of wanneer ik een lekke band heb. Ja mensen, ook daarin blijf ik in gebreke. Ik kan geen band plakken. Ze hebben het me vast wel eens uitgelegd maar het is niet blijven ‘plakken’ zeg maar.
Vanochtend kwam ik het pand binnen en hoorde in de verte vaag iets piepen… En iets horen piepen, is vaak een onheilspellend teken. Dat betekent meestal dat er iets kapot is. Of dat er iets op storing is geslagen. En in dit geval, was het de server… Niets deed het meer. Zelfs de WIFI schijnt daardoor uit te kunnen vallen; en ik maar bellen met de KPN dat er in de buurt een storing moest zitten.
Het was maar goed dat ík hier aan het werk moest en niet mijn broer, want die had hoogstwaarschijnlijk de hele bups, hoppa, tierend uit het raam geflikkerd. Hij is handig met van alles, maar niet met computers, printers, kopieerapparaten, telefoons, laptops, tablets (behalve de doordrukvariant dan- tegen hoofdpijn); kortom, alles waar chips in zitten (behalve de eetbare variant, in een folie zak).
Gelukkig kwam er iemand van het computerbedrijf om de boel weer te herstellen met zijn O zo magische handjes, maar al met al kon ik niet eerder weer wat doen dan 12.00 uur. Weg ochtend. En deze tijd dan maar aan mezelf spenderen kon ook niet want ik moest de beste man gezelschap houden. Leuk joh. Dolletjes.
Maar alles werkt weer. Hij draait weer als een tierelier en ik kan weer los. Heerlijk. Wat heb ik d’r een zin in. Vooral nu het zonnetje zo lekker schijnt popel ik om de boekhouding in te duiken. Zalig. Je zou bijna denken dat ik in een grafstemming zit maar dat valt mee hoor. Ik schrijf slechts een stukje frustratie van mij af. Dat is fijn zo nu en dan. Of elke dag. Maar net hoe de dag verloopt…
