Een vrouwengarderobe is nooit compleet, nooit af en nooit klaar. Ons spreekwoordelijke kleding-meer is nooit vol. Het woord garderobe beperkt zich in onze begrippen niet tot een shirt en een broek of rok of jurk, neen dit is véél te beperkt, het omvat alle mogelijke middelen om ons vrouwen te versieren met stoffen, leersoorten, wolletjes, kantjes en wellicht zelfs kunststoffen om onze vrouwenlichamen in te hullen.
Mocht je vrouw zijn en dit lezen dan behoeft dit geen enkele uitleg maar mannen zullen zich hoogstwaarschijnlijk never nooit niet kunnen vinden in onze drang om deze tic te continueren. Hoewel dit onder enkele mensen kan doorslaan in een onbedwingbare koopwoede (waarbij er geen enkel garderobestuk is wat niet in haar (of zijn) kledingkast verdwijnt) kunnen we ons over het algemeen redelijk beperken tot of hier en daar een itempje, of vooruit, meerdere stukken in één keer. Ikzelf behoor meer tot deze laatste categorie.
En O, wat voel ik altijd een gelukzalig gevoel als ik een dingetje (het liefst natuurlijk een heleboel) scoor wat mij volmaakt gelukkig maakt. Zo’n t-shirtje waarbij elke ronding perfect uitkomt of een te verdoezelen ronding juist volledig weggemoffeld wordt. Een stukje stof waarbij je meteen een volledig andere look krijgt. Nu kun je je als gezond mens afvragen, “hoe kan een simpel t-shirt zorgen voor een metamorfose??” maar zelfs ik kan deze redelijk logische vraag niet beantwoorden.
Het zal wel in onze vrouwelijke genen zitten, wellicht nog vanuit de oertijd, de drang naar zelfversiering continu te bevredigen en daarbij ook heilig overtuigd zijn van de noodzaak van al deze dingen. Het zal wel tussen mijn oren zitten maar echt, soms maakt het me diep gelukkig. De enige voorwaarde aan het plezier van zo’n aangeschaft stukje geluk, is dat ik me ten tijde van de aankoop alleen in de winkel bevond .
Ik bedoel niet dat ik de enige in de winkel was, maar dat er niemand bij me was toen ik het aanschafte. Geen man, geen moeder, geen vriend(in)(nen) en al helemaal geen…. Kinderen. Het laatste wat ik kan gebruiken ten tijde van euforie is het geklaag en gedrein van kleine kinderstemmetjes. De oudste vond het vroeger nog wel leuk en kreeg aan de lopende band lolly’s omdat hij er zo schattig uitzag, de middelste schikte zich gewoon makkelijk in haar lot en onze jongste manipuleert en jammert er op los om een miljoenste cadeautje los te peuteren. Daarbij moet ik iedere keer verplicht mee een speelgoedwinkel in om de gehele Intertoys collectie te aanschouwen, met dien verstande dat ik vre-se-lijk goed oplet en onthoud wat hij voor zijn verjaardag (in november!!) wil.
Onmogelijk dus. Nee, shopmomentjes zijn het verukkelijkst als ik in alle eenzaamheid door de stad slenter. Eigenlijk moet ik geen specifieke wensen hebben maar gewoon een middagje (of ochtend of hele dag) zin hebben in zelfverwennerij zonder einddoel. Gewoon. Alles mag en niets moet. Dus al kom ik slechts thuis met mijn honderdste ‘nude’ getinte lipstick die perfect matcht met mijn haarkleur of juist een Ferrari rood exemplaar die gewoon té mooi is om te laten liggen, het doet er niet echt toe. Mijn batterij is weer enigszins opgeladen.

Dus mensen, noem het egoïsme of noem het zoals jij wilt, ik noem het gezond verstand. En zelfliefde. Want als jij jezelf al geen aandacht gunt, waarom zou een ander dat dan wel doen…?