Masseren. Hoe heerlijk is dat? Niet. Nou ja, een massage door mijn lief sla ik nooit af natuurlijk, maar de keren dat dat gebeurt zijn op één hand te tellen. Het blijft meestal bij een aai over mijn rug alvorens ik mijn ogen sluit voordat ik de nacht inga. Best heel lekker, maar spannender dan dat wordt het niet vrees ik.
Een massage is natuurlijk ook best wel een dingetje. Soms heb ik een opwelling en bied ik het mijn lief aan, iets wat met open armen ontvangen wordt. Maar Eenmaal begonnen valt het altijd vies tegen. Man O man, wat een kracht en inspanningen moet je hierbij leveren wil je dat het enigszins resultaat oplevert.
En als je zoals ik, en velen met mij, slechts kan gokken waar de spieren en pezen langs lopen is het meer een prettig ge-aai dan dat je er nou soepel en lenig van wordt. Maar goed. Ieder zijn talent zullen we maar zeggen.
Persoonlijk ben ik een angsthaas als het op aanraking van een vreemde aankomt. Vorig jaar had ik echter geen keus meer. Ik moest wel. Mijn nek zat zo vast als een huis en de kinderen maakten daar dankbaar gebruik van. Ze vraten van alles uit achter mijn rug en ik kon niet anders dan schreeuwen dat ze ophielden. Geluid draagt ver weet je. Verder dan ik mijn nek kon draaien. En als je gestel tegenwerkt moet je toch iets nietwaar?
Met een stijve nek en schorre stem uiteindelijk toch maar naar de fysio gestapt. Hè. Bah. Niks aan. Na zes wrijfsessies ietwat verlichting en ik kon weer even vooruit. Maar het hele jaar door bleef het zeuren en na elke flinke inspanning voelde ik spanning in mijn hele bovenlijf. En elke keer waaide het weer wat over en kon ik een uitstapje aan een masseur uitstellen.
Totdat ik enkele weken geleden weer overgeleverd was en ik mij wendde tot een holistisch therapeute. Als dit geen verlichting bracht wist ik het ook niet meer. Terwijl mijn vriendinnetje me aanraadde mij eens grondig te laten doorlichten (want een massage is heus ook niet zaligmakend) werd ook deze pijn na een paar dagen wat minder en zakte zoals gebruikelijk weer wat naar de achtergrond.
Tot vorige week. Daar ging ik weer. Rug vast. Linksom, rechtsom, op m’n zijden slapen of juist op mijn rug, het ging niet. Zelfs de zonnebank bracht mij geen verlichting. De maat was vol. Dit keer naar iemand die niet met zachte hand regeert. Iemand die je moedwillig pijnigt om juist de pijn te verlichten. Een hard hoofd had ik erin, maar ja, vastzitten was ook geen optie.
Dus hemd maar weer uit en gaan met die banaan. De kreten flitsten door mijn hoofd. Oeh, Aah, Auw, Grrrr, en meer van dit soort uitlatingen liet ik in stilte de revue passeren. Want een beetje stoere vrouw houdt zich natuurlijk taai. Voor mijn gevoel verliet ik na een half uur de kamer bont en blauw. Maar hé, alles voor het goede doel natuurlijk. En trouwens, no pain, no gain; zo is het ook weer hè?
De dag erna was ik zo mogelijk nog stijver en brakker. Mijn uitstapje bij de kapper was door mijn stijfheid minder amusant als normaal, ware het niet dat ik ‘bleef hangen’ bij de wasbak waar mijn fris geverfde coupe werd uitgespoeld. Niet meer voor- of achteruit kon ik. Schuifelend ging ik terug naar de kapstoel waar mijn haar verder in vorm geholpen werd.

Pas als een vanzelfsprekendheid niet meer vanzelfsprekend is waardeer je je flexibiliteit. Hoe cliché is het, maar wel een voldongen feit. Ik geniet dus weer. Ben gister weer (oké, beetje behoudend) lekker wezen sporten en kan de stofzuiger weer zonder problemen ter hand nemen. Draai mij ’s nachts weer zeshonderd keer probleemloos om en kan weer languit op de bank ploffen (en d’r weer af komen 😉
En met dat zonnetje wat buiten schijnt heb ik d’r weer zin in. Nu maar hopen dat het nog heel lang zo blijft. Een versnelling terug en eerder aan de bel trekken als ik ‘vastigheid’ voel. Wel zo goed voor het behoud van mijn gestel – en misschien nog wel praktischer, de gehoorzaamheid van de kinders. Kan ik ze tenminste weer op heterdaad betrappen 😉