
Eenmaal op de basisschool (1e klas) kwam ze bij Albertus, Frits, Tabe en Cor op school. Wat een snoezige kereltjes. Ieder had zijn eigen charme. En ze kon bijna niet kiezen op wie ze het aller-verliefdst was. Gelukkig bleven Albertus, Frits, Tabe en Cor zeven schoolklassen bij haar op school dus had ze zeven schoolklassen lang altijd wel een reserve verliefdheid.
Als ze bij haar tante logeerde vond ze het neefje van haar nichtje toch wel erg leuk. Goh, wat was dat een vreselijke knapperd zeg. Pfjoeh. Daar kon ze als ze daar logeerde ’s avonds uren over mijmeren totdat haar nichtje er helemaal verveeld van in slaap viel… Dat deze knapperd opdroogde als een beroepskwal bleek dan ook een enorme schok
Eenmaal in de brugklas wemelde het naast de gebruikelijke klierkoppen ook van de knapperds. Die zaten dan vooral klassen hoger dan haar en waren eeuwig onbereikbaar. Totdat haar aanbeden Arjen verkering met d’r wilde! Whaaaha, verkering?? Kijk, eeuwig verliefd zijn is leuk, zolang het maar niet echt is! Dat gezoen en geflikflooi paste niet in het plaatje. Dus. Verkering oké, zoenen enzo? Gruwel, Nee.
Maar ze werd ouder en ging met dezelfde tante op vakantie. De eerste vakantie kwam ze een überknappe knul tegen. Maar die knappe knul vond al net zo’n knap meisje om zijn vakantie mee te vullen. De tweede vakantie die het jaar erop plaatsvond was het raak. Een echte French Kiss met een echte Franse Garçon!! Gatverderrie, wat bezielt iemand om een tong achterin je snuit te duwen?! Gelukkig had mijn nicht me twee tellen daarvoor gedwongen mijn kauwgum in te leveren….En eerlijk is eerlijk, na een paar keer viel het best mee.

En toen ineens, kwam daar haar huidige man. Daar waar ze 12 ½ jaar geleden zomaar mee het huwelijksbootje insprong om vanaf toen met veel plezier rond te dobberen. De man in kwestie kwam zo nu en dan eens bij d’r broer op bezoek en zij schoof dan subtieletjes bij ze aan tafel. Om hem van top tot teen te bewonderen en helemaal weg te zwijmelen bij zijn krulhaar, zijn rechte tanden en borsthaar. Want dat piepte altijd zo leuk boven het T-Shirt uit.
Samen met haar vriendinnetje liep ze op zaterdagavond door het dorp, langs zijn huis en ze vroegen zich luidop af of ze in vredesnaam ooit zouden trouwen. En zo ja, met wie? “Ergens op deze aardkloot moet onze toekomstige man rondlopen” was onze wederzijdse troost waarmee we elkaar koortsachtig geruststelden. Ook zij is inmiddels allang voorzien van een knappe militair waardoor we maar weer geleerd hebben: alles komt goed.
Ze bedacht zich haar verliefdheid aan hem kenbaar te maken door een Tasmanian – Devil -luchtverfissertje aan hem cadeau te doen waardoor het muntje keihard viel. De verliefdheid bleek wederzijds en na een spannend motorritje zoenden zij elkaar voor het eerst. Wat.Een.Wonder. Stapelverliefd waren ze, die twee en na niet al te lange tijd trokken ze bij elkaar in.
De weekenden waren zalig. Bij voorgaande vriendjes at ze rustig een maand amper een hap, dus toen ze bij dit lekkertje weekend na weekend met hem uit eten ging en na hun eerste vakantie niet meer in haar spijkerbroek paste, wist ze het zeker, dit is ware liefde… Alle tijd was voor hen beiden om elkaar door en door te leren kennen.
Ze hadden ups en downs, ruzies en goedmakertjes en bleken voor elkaar gemaakt. Wat de één te weinig had, had de ander teveel en ze vulden elkaar aan als yin en yang. Drie weken van de maand tenminste. De ene week laat zich raden. Ja, het is nou eenmaal niet anders.
Na vier jaar besloten ze te gaan trouwen. Met alles erop en eraan. Een pak voor hem en een jurkje voor haar. Twee ringen om de liefde te bezegelen en een droomvakantie nadien. Ze hadden een prachtig feest en een huwelijksnacht in een bruidssuite waar de bruid midden in der nacht schreeuwend en tierend haar haren los stond te pulken omdat het stijf stond van de lak en speldjes. Arme bruidegom. Zonde dat hij al “Ja” had gezegd. Dit voorproefje had hij nog niet eerder gehad…

Maar het is goed. En leuk. En lief. En de liefde is nog lang niet op. Blijft zoals we wensen voor altijd (zelfs met koude voetjes midden in een nog koudere nacht). Volledig onszelf met al onze leuke- en niet-leuke trekjes. Of, zoals op onze trouwkaart staat:
“We hebben een liefde zonder maskers en in elkaar onze bestemming gevonden”