Een stamboom. Iedereen heeft d’r wel eens van gehoord en er is altijd wel iemand in de familie die er ooit of laatst eens één gemaakt heeft of heeft laten maken. Dat het een enorme klus is moge duidelijk zijn; er zijn nogal wat familieleden als je ze eenmaal begint op te sommen…
Luna moest voor een schoolopdracht net als haar klasgenootjes ook aan de slag met een stamboom. En tja, dan blijkt er meer te zijn dan alleen papa en mama. Want hoeveel broers en zussen hebben opa en oma eigenlijk? Wie is er dood en wie leeft er nog? En dan zijn we er nog niet, want opa en oma hebben ook weer een opa en oma en het lijkt wel of die ontelbaar veel broers en zussen hebben of hadden!
En dan begint het opschrijven. Gelukkig betrof het een (basis)school opdracht dus paste het allemaal nog op papier; maar het waren er genoeg kan ik u melden. Luna haar oma scoorde het hoogst qua aantal ooms en tantes. Oma haar oma heeft 14 gezonde kinderen op de wereld gezet. Inmiddels is Mijn moeder 68 jaar jong geworden en gaat ze nog steeds samen met opa (mijn vader) op bezoek bij haar vader en moeder.
Opa en oma Met de Klompjes noemen wij ze. Ze zijn ooit op een foto gespot met gele klompjes aan et voilá, Opa en Oma met de Klompjes waren geboren. En tot op heden heten ze nog steeds zo. Ik noem ze mijn opa en oma Nieland, onze kinderen noemen ze Opa en Oma met de Klompjes. Inmiddels heeft mijn opa de magische leeftijd van 93 bereikt en oma is niet veel jonger.
Samen ondernemen Opa en oma met de Klompjes nog genoeg leuke dingen met nog een aantal broers en zussen die deel uitmaken van onze stamboom. Ze eten nog eens een visje of gaan een eindje rijden en genieten daar intens van. Hoewel dementie best nog veel voorkomt binnen de familie mankeert er aan opa en oma’s brein bitter weinig. Nou vooruit, oma krijgt graag veel en vaak gelijk, maar of dat met haar geheugen te maken heeft betwijfel ik.
Opa heeft al een boel fysieke stormen doorstaan en oma heeft jaren geleden borstkanker gehad maar is gelukkig genezen. Samen zijn ze er nog. En maken ze nog steeds deel uit van de levende takken van onze stamboom. Zo nu en dan wippen we eens langs bij opa en oma en horen ze (tussen de discussies van oma en mij door) helemaal uit over vroeger. Dan genieten opa en oma, kleinkinderen en achterkleinkinderen volop.
En toch komt er een moment dat er weer een takje afsterft. Dat er weer nieuwe twijgjes ontspringen en de boom rustig doorgroeit naar het licht. Want ook vóór opa’s en oma’s hebben andere opa’s en oma’s geleefd. Allemaal familie wat we nooit gekend hebben en alleen maar kennen van verhalen en foto’s. Het maakt me wel eens nieuwsgierig. Tuurlijk lijk je op je vader, of moeder of opa of oma.
Maar soms heb je een eigenschap die je niet zo makkelijk kunt herleiden…
Ik vraag me vaak af van wie ik mij lippen bijvoorbeeld heb geërfd. Mama d’r lippen zijn smal, papa’s lippen ook niet bepaald rond en vol, en zelfs bij mijn pake of beppe of opa en oma zijn de mondjes karig gevormd. Als ik de mijne dan ook trots knalrood verf val ik behoorlijk uit de toon.
Totdat ik onlangs een foto voorbij zag dwarrelen van mijn overgrootvader en warempel, de man had een flinke gevormde mond met een paar grote tuiters! Mijn mond! Wat een feest der herkenning. Het was dan wel de enige overeenkomst die ik met de man had – hij was bruin, ik ben een melkfles, hij had een bos krullen – mijn haar is übersteil en hij sprak Gronings en ik versta het alleen maar (en oefen het als ik alleen in bed lig 🙂
En zo is er ongetwijfeld nog veel verborgen informatie wat misschien wel altijd geheim voor me zal blijven. Maar deze mini-stamboom is af en morgen gaat ie mee naar school. Luna is d’r best wel trots op dat ze zo’n grote familie heeft en ik ook. Tenslotte zou ik er niet zijn zonder al die eigenwijze takken waarvan ik er ééntje ben ;-)) !!