“Mama, een secretratresse, dat is toch iemand die allemaal klusjes doet? Eigenlijk een soort slaaf…?” Ehm… sorry? Wat zegt mijn bloedeigen kind daar? Slaaf… De zwarte Piet van kantoor zeg maar. Immer ‘geboeid’ door haar collega’s. Grapje. Maar ik ben het wel van origine. Een secretaresse. En ik vind het nog steeds erg leuk moet ik zeggen.
Het is toch grappig hoe kinderen de wereld bekijken. Hoe ze erin staan en hoe ze alles ervaren. Ik kan oprecht van hem (en van de anderen trouwens ook) genieten en van hun grenzeloze onbevangenheid. Van hun ideeën en opvattingen dat alles (nog) kan. Van wat ze willen worden en wat vooral niet.
Toen ik klein was wilde ik alles worden. Ik dacht ook echt dat ik alles kón worden omdat ik in de veronderstelling was dat ik overal goed in was. Eigenlijk was het een verrukkelijke tijd omdat ik oprecht in mezelf geloofde. Wat ik wilde dat kon gewoon. Als ik maar hard genoeg mijn best deed. Andere dingen deden er niet toe. Geld, tijd en andere zaken maakten niet uit. Ik kon dat.
Zangeres, Advocaat, kunstenaar, visagiste, directiesecretaresse, weet ik veel. Allemaal ambities die de revue passeerden. Zangeres zijn oefende ik vooral op de fiets. Of als ik alleen op mijn kamertje zat. Mét een omgekeerde haarlak-bus of haarborstel als microfoon. En wat die vrouwen op tv deden kon ik heus ook wel. Er was ook nooit iemand die zei “hou alsjeblieft op, het klinkt of er een kat wordt vermoord” Dat kwam later. Veel later.
Andere dingen wist ik ook héél zeker. Dat ik nooit kinderen wilde (insert hysterische emoticon). Ze leken me the horror en als ik érgens niet geschikt voor was dan was het wel het moederschap. Hoewel ik altijd in luv was wilde ik ook niet trouwen. Ook zo’n enorme overschatte toestand. Wie wil er nou trouwen…? Juist. Ik dus niet. Nee, ik zou in mijn eigen ingerichte huisje zitten, met leuke baan en vooral zonder sores. Want daarop zit niet een mens te wachten. Toch? Right.
Het mooie aan die tijd is toch echt het onbezonnen gevoel. Het the sky’s the limit idee. In jezelf geloven. Dát. Dat is toch super! Daarvan groei je toch enorm als mens? Echt hoor, ik kan niet anders dan zeggen dat ik een supergelukkig klein kind was. En ook als volwassene ben ik gelukkig. Ik zeik en zeur natuurlijk als de beste – thank God for that – maar, bovenal ben ik gelukkig met mijn eenvoudige leven.
Van de week las ik een artikel dat ging over opvoeden. Over wat wel en wat vooral niet te doen. Het boeide me maar ik kreeg ook meteen het gevoel, de vraag aan mezelf “doe ik het eigenlijk wel goed?” Maar, voordat je gedachten op hol slaan is het raadzaam een artikel één of twee keer goed door te lezen alvorens conclusies op jezelf los te laten. Soms lees je een zin namelijk verkeerd of trek je er verkeerde conclusies uit waardoor het een averechts effect heeft en je instantly in zak en as zit.
Dit ging over grenzen stellen en vrijheid geven. Hmmm. Interessant onderwerp. Vooral omdat je kinders je nogal eens betichten dat je hun vrijheid inperkt of beslissingen voor hun neemt die ze ‘heus zelf wel kunnen’ nemen. Meestal neem ik dat met een korreltje zout, slik ik de uitbarstingen, en, laat ik het los en laat ik het gaan.
Deze psycholoog stelde dat het geven van vertrouwen aan je kind het grootste goed is. Dat het zo belangrijk is dat je je kind het gevoel geeft dat je ze vertrouwt en dat je erop vertrouwt dat ze juiste beslissingen nemen. Eerst dacht ik hieruit te filteren dat ze alles zelf maar moeten weten maar dat bleek al gauw een misverstand. Nee, je moet wel degelijk regels stellen. Als ze daarover heen gaan is het zaak ze aan een oor te trekken. Maar niet daarvoor al. Geef ze eerst de kans te laten zien dat ze zich hieraan houden. Doen ze dat niet dan kun je daar een sanctie of gevolg aan vast plakken.
Ik dacht eens diep na en bedacht vervolgens dat ik (wij) het zo gek nog niet eens doen. Dat stemt blij. Ik vroeg ook aan ze, ‘vinden jullie mama een regelnicht’? Een bemoeial. Vanuit beide monden hoorde ik ‘neuj!’ Nou daar vrolijkt een mensch van op nietwaar? Dat antwoord wat ze gaven zou zomaar om half tien ’s avonds kunnen veranderen in een galspuierij van heb ik jou daar (als iets uit moet of het is bedtijd…) maar voor nu volstond het prima.
Opvoeden. Het is denk ik het allermoeilijkste wat er is. En tegelijkertijd het allermakkelijkste, míts je op jezelf leert vertrouwen en je intuitie durft te volgen. Dat waar je zo goed in was toen je in hun schoenen stond en nog nul verantwoordelijkheden had. Dat wat je verleert naarmate je ouder wordt.
Vaak val ik terug op mijn eigen opvoeding. Ook om hun iets bij te brengen. Klusjes bijvoorbeeld. Ik deed ze te pas en te onpas. Verveelde ik me? Geen probleem. Ga maar onkruid wieden. Elke avond de afwas doen met mijn broer en stofzuigen als mama me daarom vroeg. Dat vraag ik ook van mijn eigen kids. Dus moeten ze nu iedere dag iets doen.
De vaatwasser bijvoorbeeld. Die moest om beurten. Al rap bleek dat onze oudste transformeerde in een Griek getuige de rinkelende borden achter in huis. Nou kon ik daar een hysterische discussie over gaan voeren maar het leek me slimmer dit anders aan te pakken. ‘Jij vindt dat écht zo afschuwelijk? Mooi, dan ga jij vanaf vandaag iedere dag de hond uitlaten. Een flink blok om ook. Weer of geen weer.” Kind verbaasd maar opgelucht, ik idem dito.
En de middelste? Die ging vanaf die dag élke dag de vaatwasser uitruimen. Eerlijk? Ja. Verwacht? Nee. Want dat om beurten iets doen vonden ze wel relaxed. Ik niet. Ik vloog me dood terwijl zij op hun mobiel zitten te gamen of te Instagrammen en ik balanceer om alle borden in de lucht te houden. Waarom kunnen ze niet gewoon meedraaien terwijl ik dat ook deed? Hoewel de protesten niet van de lucht waren doen ze nu (meestal) braaf hun ding. Iedereen gelukkig.
Daartegenover staat natuurlijk een zakgeldvergoeding. Omdat ik een dikke sloddervos was met het uitbetalen en ze i.p.v. elke week hun ‘salaris’ ik af en toe gewoon een hele bups uitdeelde heb ik rekeningen geopend en het automatisch ingesteld. Ze hebben nu zelfs een eigen pinpas. Kinderen zielsgelukkig, en ik ook. Al was het alleen maar omdat het een gevoel van rechtvaardigheid vanuit hun persoontje geeft. En ik kan het niet vergeten.
Dat geld is niet een waardering voor hun als kind, het is iets wat ik ze toebedeel zodat ze leren om dingen te kopen of om voor te sparen. Ze moeten er moeite voor doen om het te laten groeien. Onze oudste heeft al baantjes en onze dochter wil graag klusjes doen om zo geld te verdienen. Niet altijd natuurlijk, vriendinnen en telefoons zijn namelijk ook belangrijk , maar als er geld nodig is verwachten ze niet dat ik maar altijd de portemonnee trek. De jongste vindt dat hij standaard te weinig krijgt, wát er ook gedaan moet worden. Die krijgt het liefst in ‘Lego’ uitbetaald geloof ik…
Vaak praten ze over wat ze willen worden. Of nou ja, eigenlijk dat ze het niet weten. En dat is oké. Alles kan nog en ze hebben het ook te pas en te onpas over de snelle auto die ze ooit willen hebben, over de goede banen en de bergen geld op hun bankrekening. Gek genoeg vinden ze ons kleine huis juist fijn en willen ze beslist niet verhuizen naar een groot huis. Ze irriteren zich mateloos als ik daarover mijmer…
Wat hun uiteindelijke keuzes zullen zijn moeten we maar afwachten. Dat kunnen we niet voorspellen en dat zou je ook niet moeten willen. De keuzes die ik uiteindelijk maakte brachten me tot dit leven. Eentje die niet spannend is maar ook niet saai.
Ik kom even terug op het begin van deze blog. Daar waar ik schreef dat je als kind denkt dat alles nog mogelijk is omdat je in jezelf gelooft. Omdat de wereld nog aan je voeten ligt. Dat is eigenlijk een enorme eyeopener. Want doordat je in jezelf geloofde en veronderstelde dat je alles best goed kon, legde je jezelf ook weinig tot geen beperkingen op. Je deed dat wat je vooral leuk vond en de hobby’s die je niet leuk vond deed je niet. Simple as that. Daar zouden we meer naartoe moeten. Naar het in jezelf leren geloven. Dat je trots bent op je kunstwerken. Op dat wat je tot een mooi, leuk of aardig einde brengt.
Dat wat plezier schenkt, schenkt zelfvertrouwen. Dat wat aandacht krijgt, groeit. En wij groeiden als kind omdat we aandacht kregen. Het tegenovergestelde is ook waar. Een kind dat nooit aandacht krijgt en van wie nooit gezegd wordt dat hij goed is zoals hij is krijgt niets van dat alles. Die moet dat later allemaal zelf maar zien uit te vogelen. Wanneer we dingen doen die we eigenlijk helemaal niet leuk vinden en wat ons geen plezier schenkt groeit de irritatie en ebt zelfvertrouwen heel snel door het afvoerputje van ons zelfbeeld.
Tuurlijk horen er bij het leven ook dingen die gewoon moeten, of je het nou leuk vindt of niet. Maar zolang de bezigheden die je heel leuk vindt de boventoon voeren komt het wel goed. Wat mij nu nog rest is mijn kind het subtiele verschil gaan uitleggen tussen slaaf en secretaresse… fijne donderdag!😘