Bloedband

Ik heb een broer. Eentje die vijf-en-een-half jaar ouder is dan ik. Toen we klein waren sloegen we elkaar de keet uit. Ik heb hem gemept met een asbak (toen ik twee waAfbeeldingsresultaat voor quote brothers ofzo), geragd met een mes (tijdens de afwas, een ongelukje uiteraard mag hij noemt het af en toe nog luid en duidelijk) en ‘titsen’ was zo ongeveer het allerleukste (in zijn zij porren) omdat hij dan zo ontzettend kwaad werd.

Af en toe moest hij op me passen toen ik nog klein was. Ik herinner me dat ik dan wel eens per ongeluk in bed plaste en hij me hielp. Dan mocht ik zolang in zijn warme bed liggen tot de mijne weer schoon was. Mijn broer. Altijd de stoerste en de slimste.

Niemand moest het in zijn hoofd halen om hem pijn te doen. Want dan sprong ik ‘letterlijk’ voor hem in de bres. Niemand moest het in zijn hoofd halen om iets lelijks over hem te zeggen want dan vloog ik degene aan. Zo ook een keertje een buurjongen die hem opeens ‘skinhead’ noemde. Wat het betekende wist ik niet maar het klonk in elk geval lelijk. Ik sprong op de destijds 18-jarige knul af (ik was twaalf) en schopte hem zo hard ik kon tegen de schenen… “Jaap Sadist!” riep ik hem na en zette de sokken erin naar huis.

Dat “Jaap Sadist” had ik trouwens van zijn broertje gehoord die ook regelmatig met hem in de clinch lag.

Broers en zussen maken ruzie. Zo veel en zo vaak als de tijd het toelaat. Bij ons thuis nu ook. Al had ik een stiekeme wens dat onze kinderen in harmonie met elkaar zouden gaan leven. Allebei uiterst braaf en nooit een misstap. God wat zou dat makkelijk zijn dan. Van die perfecte nazaten. Maar ja, hoe zou zo’n utopie nou ooit uitkomen als wij al verre van perfect zijn 😉?

Ik sprong vaker voor mijn broer in de bres dan hij voor mij. Tenminste, zo ervoer ik dat altijd. Totdat ik op mijn werkadres getreiterd werd door het zoontje van de baas. Ik werkte destijds als weekend en vakantiekracht in een hotel, in de schoonmaak. Dat zoontje (lees: kerel van boven de dertig) was een klikspaan.

Niets wat er gebeurde bleef daar waar het gebeurde; nee, hij kletste alles door. Of het nou zin had of niet, of het nou kon of niet. Wanneer het tien uur was en tijd voor koffie namen we meestal een stukje brood uit de keuken. Daarop smeerde ik wat boter en een plakje kaas. Maar O wee, ik sneed het vers en nam geen kliekjes krom getrokken rubberen kaasplakjes die retour van het buffet kwamen.

En dus had de jongen een reden om verhaal te halen bij mama. En kwam mama op haar beurt weer met een reprimande om te vragen wat mij bezielde om een vers plakje kaas te snijden. Ik had vast geen benul van wat dat wel kostte. Weg winst. Met dank aan mijn boterham. Niet weer doen dus.

Ik nam stand te pede mijn eigen brood mee in het vervolg. Heb geen kruimel meer bij het hotel gegeten. En die boterhammen waren dan natuurlijk rijkelijk belegd met allerhande heerlijks om vooral wel te genieten tijdens de pauzes. Tenslotte werkte je er hard genoeg dus was dat wel een must.

Maar het zoontje bleef klierig. Op een keer, toen ik achter de bar aan het dweilen was zei hij vilein: “Haha, kijk nou dan, een dweil om een dweil…” Dit schoot mij enorm in het verkeerde keelgat en de rest van de dag was verpest. Die gast kwam werkelijk overal mee weg. En ik moest me niet zo kinderachtig gedragen vond zijn moeder. Ik was oud genoeg om met zijn geintjes om te gaan. Ik denk dat ik zestien jaar was ongeveer.

Maar eenmaal thuis deed ik natuurlijk mijn verhaal. Wat voor eikel het wel was. En hoe oneerlijk ze er met je omsprongen. De keer erop moest ik weer op rekest komen. Want dit keer had niet ík maar mijn broer wat geflikt. Hij had de zoon in kwestie op het terras waar hij serveerde opgezocht en hem gewaarschuwd om op te houden met zijn geintjes naar mij toe. Deed hij dit wel, dan zocht hij hem nogmaals op… De jongen piste in zijn broek en het getreiter hield op. En ik? Ik kon mijn oren niet geloven. Dat hij dát gedaan had. Maar vanbinnen glom ik van trots en vond hem de allerliefste.

Dat hij dat gedaan had was een wonder an sich want hij is de aller rustigste jongen die ik ken. Behalve als je hem dus kwaad maakt. Dan niet. Maar ik heb het nog nooit gezien btw. Dat soort dingen gebeuren buiten mijn gezichtsveld en zeer sporadisch bovendien.

Later, toen ik een jaar of achttien was kreeg ik verkering. Met drie jongens. Niet allemaal tegelijk natuurlijk, nee het waren kortstondige flings waarbij slechts een petite kusje uitgewisseld werd. Maar aangezien ik nooit verkering had gehad (waarbij er ook echt gezoend werd) moest ik natuurlijk wel enige schade inhalen en mijn kusquotum aanscherpen 😉

Toen het uitging met Michel kreeg ik verkering met Gijs. Gijs had alleen een stoornis. En die had ik over het hoofd gezien toen ik nog slechts verliefd op hem was. Maar toen we verkering kregen bleek al redelijk gauw dat hij ‘anders’ was dan anderen. Echter, ik vond hem supergrappig en dat was toch wel het belangrijkste. Uiteindelijk ging het uit. Hij maakte het uit. En ik? Ik kreeg opnieuw een vriendje.

Hiervan kreeg hij lucht en elke keer wanneer ik hem tegenkwam in de disco stond hij me met zijn dronken harsens uit te vloeken en te tieren. Dat ik een hoer was en een slet en weet ik veel wat al niet meer. Gelukkig wist ik wel beter maar leuk was anders. En bedreigend ook als ze vlak voor je staan te schreeuwen middenin een volle kroeg.

Dit keer was het mijn toenmalige vriendje die mij erop attendeerde dat ik wel een agressieve broer had die zich wel mocht inbinden. Wat was er gebeurd? Mijn broer was langs een benzinepomp gereden en zag de auto staan van Gijs. Hij herinnerde zich wat ik thuis vertelde wat Gijs in de discotheek steeds flikte en bedacht zich maar eens met hem te kletsen. Hij liep naar binnen, greep hem vast en waarschuwde hem zijn bek tegen zijn zus te houden. Anders zocht hij hem weer op. De jongen achter de toonbank zou bijna op de ‘rode’ knop gedrukt hebben…

Wederom was ik trots. Maar mijn vriendje niet. Hij vond het belachelijk dat mijn broer voor me op kwam (wat overigens alles zegt over mijn toenmalige vriendje) en dat ik mijn eigen zaakjes wel kon regelen. Maar wat een ander ook vindt en zegt, het boeit me niks. Wij zijn familie en we zorgen voor elkaar. Dat hij voor me opkwam voelt veilig en vertrouwd. En andersom zou ik hetzelfde doen.

GisAfbeeldingsresultaat voor quote brotherteravond zat ik in een dip. Zo’n dip dat je even niks aan je hoofd kunt hebben. Zo’n dip dat elk woord wat je hoort even teveel is. Ik ging niet (meer) sporten, niet meer hardlopen, niks. Ik moest weg. Ik lijnde de hond even aan en liep naar het huis van mijn broer. Een kop thee en een klaagzang verder was mijn hoofd weer leeg. En die van hem weer vol 😉

Broer en zus. Zus en broer. Ik hoop dat ik nog heel lang van hem mag genieten en blij met hem mag zijn. Al is er trouwens niemand anders op de wereld die mij in een nanoseconde woest kan krijgen. Echt. In een flits. Samen met mijn man trouwens want die bezit die gave ook… Dan wordt er een opmerking geplaatst die linea recta naar dat deel van mijn brein flitst waar het tot een woede- uitbarsting komt. Niet fijn, wel effectief want het voorkomt een hartkwaal denk ik dan maar weer.

Dat het niet overal zo is realiseer ik me terdege. Een bijzondere band is niet vanzelfsprekend. Ik heb het van héél dichtbij gezien en daarmee is alles gezegd. Een goede band betekent niet nooit ruzie maken. Van elkaar houden betekent niet dat het perfect is. Er voor elkaar zijn betekent niet dat je opspringt bij elke vraag of verzoek. Dat zit vanbinnen. Dat zit in je hart. Er is geen definitie voor. Ieder doet het op zijn eigen manier.

Dat het bijzonder kostbaar is staat als een paal boven water. Dit is niet te koop. En alleen daarom al koester ik het als een van mijn mooiste bezittingen. Zelfs wanneer de herinneringen een asbak en een mes bevatten…😉

 

5 gedachten over “Bloedband

  1. Ik dacht dat er nooit iets tussen mijn broer en mij zou komen, na de dood van mama hadden we alleen elkaar. En kijk, toch sloop er iets dom tussen ons en voor jet het weet denk je “dit komt nooit meer goed”. We hebben ondertussen de eerste stappen tot een herstel gemaakt en ik kan alleen hopen dat de schade niet onherstelbaar is…. ik zie hem namelijk doodgraag!

    Geliked door 1 persoon

    1. Ik heb het ook van dichtbij gezien; de band tussen mijn man en zijn broer is kapot; door toedoen van hun ouders. Het lijkt me ongelooflijk pijnlijk wanneer er gebeurt wat jullie overkwam; daarvan kun je je geen voorstelling maken totdat het je overkomt denk ik. Het is wel heel sterk dat jullie stappen zetten om terug te keren naar wat eens was. Schade is pas onherstelbaar wanneer er één persoon is die liever niet meer wil denk ik. En zolang er vanuit beider harten nog liefde klopt is niks onmogelijk xxx

      Like

  2. Ik heb 2 broers en 2 zussen ziet ze niet veel 😬Maar we staan altijd voor mekaar klaar als dat nodig is 😊Hou ook onvoorwaardelijk van ze . De band is niet te breken ook na de dood van onze ouders niet 💝

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: