Masker(s) af

Make-up. Ik zou er niet zonder kunnen. Ach tuurlijk wel, dood ga je niet aan een make-up loos gezicht (of lijf for that matter), maar of ik het zou willen? Nah, ik denk het niet. Het is veel te leuk om jezelf om te toveren tot een glamour diva, want wie wil er nou niet zo uitzien als het model op de cosmo, gladgestreken, rimpelloos en egaal. Nou ik wel. Jammer genoeg lukt dat met alleen een smeerseltje links en rechts niet. A. omdat de modellen net van de basisschool afkomen en B. omdat Photoshop de rest van de klus klaart.

Onbegonnen werk dus. En toch, toch smeren we ons massaal een slag in de rondte om maar leuk en fris voor de dag te komen. Ik wel tenminste. Nou ben ik een mens van uitersten moet ik zeggen. Zelden smeer ik alleen maar met een mascaraatje. Ofwel ik boetseer mijn hele hoofd tot een kunstwerk, ofwel ik ben zo naakt dat geen mens me nog herkent (indien deze persoon mij tenminste doorgaans met een geschminkt hoofd tegenkomt)

Hoewel ik dol ben op het hele assortiment van de Douglas, zit er aan al dat smeer en gleerwerk ook een keerzijde. Het verstop-idee bijvoorbeeld. Onzekerheid willen camoufleren en jezelf mooier maken dan dat je geboren bent. Oké, ik overdrijf, want zo mooi als dat ik als pasgeborene was ben ik nooit weer geworden. Of eigenlijk wel mooier (want ik was zo dik, rood en opgezwollen als een watermeloen) maar niet schattiger.

Make-up wordt namelijk niet persé gebruikt omdat het gewoon fun is. Voor veel mensen is het ook een masker. Zo ook voor mijzelf op een aantal fronten. Het biedt de mogelijkheid je mooier te voelen, je zekerder te voelen en je te verstoppen. Zelfs een oogpotloodje kan al verschil maken tussen zeker en onzeker. En dat is toch eigenlijk best raar? Dat een chemisch goedje wat je er ’s avonds weer afpoetst je een bepaalde houvast kan geven op momenten dat je het nodig hebt. Of dénkt te hebben.

Wanneer ik ’s ochtends in de spiegel kijk ben ik iedere morgen weer verrast dat het ding niet gebroken is. Van mijn spiegelbeeld. Ga als veertig-plusser voor de aardigheid eens ondersteboven een selfie maken wanneer je net ontwaakt bent, je haar nog niet gestyled hebt en de lichtinval zozo is. Doe. Maar. Niet. Ook niet voor de aardigheid. Je camera overleeft het niet en jij waarschijnlijk ook niet.

Ik overleefde het maar ternauwernood en lag naar adem te happen toen ik mezelf vastgelegd terug zag: filterloos en make-uploos en amper wakker. Wát een lelijkerd met al die vouwen en teren van het kussen. Maar het is wat het is en ik herpak me, stoer als ik ben, in een nanoseconde en realiseer me heus wel dat het de natuur is; behalve het ondersteboven hangen boven een telefoonscherm, dat dus niet. Daar maak je de schade alleen maar erger mee.

Eerlijk gezegd loop ik vaker zonder dan mét make-up op en doorgaans is dat heel oké. Behalve wanneer ik dan opeens iemand tegen het lijf loop die me niet anders dan opgemaakt kent. Dan krijg ik hetzelfde gevoel als wanneer je net in slaap zult vallen. Of de laatste trede van de trap mist. Zo’n mini heart attack-gevoel. Dat dit mijn eigen tekortkoming is snap ik ook wel en ik blijf eraan werken vooral te blijven ademhalen in zulke gevallen van bloothoofderigheid.

Wanneer ik naar de gym ga ben ik standaard gemake-upt. In de winter smeer ik met álles (en wens dat ik er niet als Pipa Panda uit kom te zien na mijn workout. In de zomer minder, maar, nog steeds met een smeerseltje links en rechts. Dit is niet geheel zonder reden moet ik u melden. Bij de vorige gym bedacht ik me op een dag dat ik heus mezelf kon zijn. Dat het heel oké was om met een naakt gezicht mijn ding te doen. En potdorie nét die dag betrad de Lul van de Week die gym óók en sprak me aan op mijn gezicht. “Wat is het toch met je gezicht vandaag?? Wat is daarmee aan de hand…?” Ehm, niks geloof ik. Of nou ja, ik heb alleen een mascaraatje op en verder niks (insert happy proud thoughts ;-). “Oh, doe dat dan maar niet weer… Nou ja, jij moet er tegenaan kijken…”

Ik was volledig flabbergasted en mijn zelfvertrouwen omtrent ‘mezelf’ liep stand te pede een deuk op. Ik plofte bijna en heb hem allerlei gemene en sarcastische dingen om zijn oren gesmeten en hem de rest van het jaar genegeerd, zo goed en zo kwaad als dat ging. Want ik ben tenslotte een schorpioen en hij had me op mijn zere plek geraakt.

Daarna zette ik mijn masker weer op en deze bleef op. Tot deze week. Toen viel hij zomaar opeens af. Zonder erbij na te denken kleedde ik me om voor de gym, trok mijn haar in een staart, smeerde wat crème (neen, geen foundation 😉 ) op mijn gezicht en een beetje zwart op de wimpertjes. Klaar was ik. En ik vertrok om mijn ding te doen. Ik deed wat ik moest doen en kleurde rood binnen vijf seconden toen ik met 22 graden met gewichten stond te smijten en te sjorren.

Ik heb werkelijk geen seconde over mijn looks nagedacht en had het veel te druk met het meehummen van de liedjes uit de speakers van mijn hoofdtelefoon. Mensen deden vriendelijk, hadden het vooral druk met het verplaatsen van hun eigen barbells… Niet meer en niet minder. Ik was mezelf en droeg eens géén masker van smeerbare klei en het belangrijkste: het maakte niet uit.

Op de trouwkaart van mijn man en mij staat een hele mooie tekst. Eentje die geïnspireerd is op het nummer van Marco Borsato, “Maskers Af”. Er staat: “Wij hebben een liefde zonder maskers en in elkaar onze bestemming gevonden.” En deze tekst geldt nog steeds. Een liefde zonder maskers. Vanaf dag één kent hij me met en zonder versiering. En houdt net zoveel van me met of zonder oogschaduw, met of zonder concealer, met of zonder geverfd haar.

Lange tijd had ik een vriendin. Iemand die altijd tot in de puntjes verzorgd was. Iemand die je nooit kon betrappen op zweetoksels (daar droeg ze wel iets over heen) of een stukje spinazie tussen de tanden (want ze floste zich de tyfus en lustte geen spinazie denk ik). Ze liep er altijd bij om door een ringetje te halen en kon alles hebben. Dacht ik… Ik liet het wel uit mijn hoofd om op een afspraak te verschijnen terwijl ik ‘mezelf’ was (lees onopgemaakt en opgedirkt). Dat kon gewoon niet.

Toen ik dat op een dag wél deed (omdat ik gewoon dodelijk vermoeid was) werd ik meteen met de grond gelijk gemaakt. Niet met woorden, dat deed ze niet, maar ze blonk zo mogelijk nóg meer uit in rode lippenstift en strakke broekjes dat ik me met de minuut voelde krimpen… Iemand kan je een gevoel geven zonder iets uit te spreken. Of iemand nou zégt dat je d’r niet uitziet of dat ze het je laten merken, de effecten zijn hetzelfde: je voelt je ellendig. Een afkeurende blik, een denigrerende opmerking, je leest het gemakkelijk tussen de regeltjes door.

En terwijl je volwassen bent, gezond verstand hebt en niet op je mondje gevallen bent, blijven er dus altijd dingen waarover je je onzeker blijft voelen. En dus trek je voorbereid ten strijde om een naar gevoel te tackelen, zoals ik dat deed in de sportschool. Even vergetend dat je de mensen die je dáár treft op een dag ook buiten de fitness tegenkomt waar je als je andere ‘ik’ rondwandelt (mét bril, zonder make-up en uitgroei), je vervolgens bijna een hartverzakking krijgt en je jezelf hyperventilerendd afvraagt hoe groot hun teleurstelling nu wel moet zijn.

Terwijl ik dit schrijf schaam ik me (bijna) en vraag ik me luidop af of ik dit wel zal plaatsen. Want hiermee geef ik wel een heel groot stuk van mezelf bloot. Letterlijk. Zonder smeersels om iets te verdoezelen. Maar ik ben geloof ik (eindelijk) tot inzicht gekomen dat het fijn is om niet alleen binnen je relatie jezelf te kunnen en willen zijn, maar vooral ook daarbuiten.

Het is echt superfijn om jezelf op te leuken, om je sterke punten te accentueren of jezelf zelfs een make-over te geven. Voor mijn part elke dag. Niks mis mee. Maar je moet óók kunnen zien dat je mooi bent zónder al die smeersels of kleding. Want wanneer mensen alleen maar aardig en leuk tegen je doen wanneer je op je ‘mooist’ bent (en mooi is dus mega-relatief) zijn ze je gesprek en tijd geeneens waard. Maar hoogstwaarschijnlijk is dit niet eens aan de orde en ondervind je vanzelf dat het een ander bij voorbaat al niet uitmaakt hoe jij jezelf versiert, of niet. Dat is iets wat in je eigen ideeën genesteld zit en waar je zelf mee af moet rekenen.

En dus is dat mijn volgende missie (ik geloof dat ik er zo onderhand een stuk of honderd heb…): Ik wil leven zonder maskers en heb in mezelf mijn bestemming gevonden

masker_1

Eén opmerking over 'Masker(s) af'

  1. Mooi verwoord. Ik schuil ook altijd achter mijn concealer, omdat ik mijn donkere kringen vreselijk vind. En ga ik eens een keer de deur uit zonder make up krijg ik te horen: “Goh je ziet er echt moe uit!” Terwijl ik een heerlijke nachtrust achter de rug heb ahaha. Maarjah ik probeer mijn make up loos gezicht ook steeds meer te waarderen. It is what it is! X Thalisha

    Like

Plaats een reactie